Kifid: fraudeverdenking tegen klusser is niet gerechtvaardigd

Kifid: fraudeverdenking tegen klusser is niet gerechtvaardigd
© Succo, Pixabay

Heeft een voormalige klusjesman fraude gepleegd door een bedrijfsmatige schade te claimen op een particuliere aansprakelijkheidsverzekering? De getuige is onbetrouwbaar, het onderzoek van de verzekeraar is gebrekkig.

In april 2022 doet een man enkele klusjes met een slijptol bij een bevriende vrouw. Daarbij raakt het raam van de overkapping van de buurman beschadigd. De man, particulier verzekerd bij gevolmachtigde Verzekerings Combinatie Nederland B.V. (VCN), met Rhion als risicodrager, dient een schadeclaim in ten bedrage van € 546,39.

Benzinegeld

De gegevens op het schadeformulier roepen verwarring op: de schadedatum klopt niet. En wie is nu de bevriend met de familie, de buurman met schade of de vrouw bij wie de klus werd uitgevoerd? Bij navraag verklaart de vrouw in kwestie eerst dat het om betaald werk ging, vervolgens dat het slechts een vriendendienst was waarbij alleen onkosten en benzinegeld werden betaald. Na een ‘pittig’ gesprek met de verzekeraar neigt ze toch weer naar haar eerste verklaring.

Vergissingen

De verzekerde zelf verklaart dat het schadeformulier is ingevuld door zijn vrouw, op de mobiele telefoon, en dat daarbij een paar vergissingen zijn gemaakt. Hij verklaart verder dat hij tot acht jaar geleden een klussenbedrijf heeft gehad maar hiermee moest stoppen om gezondheidsredenen. Op zijn adres is weliswaar een klussenbedrijf gevestigd, maar dat staat op naam van zijn nog thuiswonende zoon.

Extern Verwijzingsregister

Voor de verzekeraar zijn de feiten voldoende reden om de inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering te beëindigen. De gevolmachtigde zal ook per de eerstvolgende mogelijkheid de andere polissen beëindigen (voor een snorfiets, drie personenauto’s, opstal, rechtsbijstand, een toercaravan en een pleziervaartuig). Bovendien wordt de naam van de verzekerde voor vier jaar geregistreerd in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister.

Zwaardere verdenking vereist

De Geschillencommissie van het Kifid gaat hier niet in mee. Weliswaar is er een redelijk vermoeden van fraude, maar dat is niet voldoende voor registratie in het EVR. Daarvoor is een zwaardere verdenking vereist.

De verzekeraar baseert zijn standpunt met name op de verklaring van de vrouw bij wie de werkzaamheden zijn uitgevoerd. De commissie acht haar verklaringen echter niet betrouwbaar, omdat ze niet consistent zijn.

Andere omstandigheden waaruit blijkt dat de consument betaalde werkzaamheden heeft uitgevoerd, zoals een offerte, factuur of opdrachtbevestiging zijn er niet. Daarnaast heeft de verzekerde uitgelegd dat mevrouw op leeftijd is en bang was voor de verzekeraar.

De overige omstandigheden: een verkeerde schadedatum en het opvoeren van de verkeerde persoon als vriend vindt de commissie onvoldoende overtuigend. De commissie neemt bij haar oordeel mee dat de consument ook ter zitting consistent heeft verklaard, namelijk dat hij slechts een onkostenvergoeding heeft ontvangen in de vorm van benzinegeld.

Stelplicht

Tijdens de zitting heeft de verzekeraar uitgelegd dat zij geen verder onderzoek heeft gedaan om kosten te besparen. De commissie heeft hier begrip voor, maar dit ontslaat de verzekeraar niet van haar stelplicht dat zij voldoende moet bewijzen dat is voldaan aan de vereisten om de persoonsgegevens van de consument in het EVR te registreren.

Kortom: hoewel de verzekeraar voldoende redenen had om te twijfelen aan de juistheid van de claim, is niet komen vast te staan dat de verzekerde heeft gefraudeerd. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van diens persoonsgegevens in het EVR en dient die registratie te verwijderen. Ook de registraties in het Incidentenregister en in de Gebeurtenissenadministratie moeten worden doorgehaald. Deze uitspraak is bindend.

Bron: Kifid

 

GEEN REACTIES