Jaap van Rijn: mensenmens en branchebewaker

Jaap van Rijn gaat de geschiedenis in als eerste CEO van de ING Groep, maar hij heeft veel meer betekend voor de financiële branche.

De op 85-jarige leeftijd overleden Jaap van Rijn dateert van de tijd dat je eerst ‘het vak’ inhoudelijk van binnen en van buiten moest kennen voordat je kon opklimmen naar de hoogste verzekeringsregionen. Directeuren van maatschappijen koppelden vakinhoudelijke kennis aan managementkwaliteiten. De kwaliteiten van Van Rijn werden op jonge leeftijd doorzien door De Nederlanden van 1845. Daardoor kreeg hij de kans om als ‘concernleerling’ kennis te maken met alle bedrijfsonderdelen. Bij Fatum verdiepte hij zich in de auto- en ongevallenbranche, bij Labor in brand en bij de moeder leerde hij de leventak.

In 1963 fuseerden De Nationale Levensverzekering-Bank in Rotterdam met de Haagse De Nederlanden van 1845. Maar het zou tot 1969 duren voordat de bedrijven als Nationale-Nederlanden in elkaar geschoven werden met de levenpoot in Rotterdam en de schadebranche in Den Haag. Met Jaap van Rijn als ceo maakte Nationale-Nederlanden een glansperiode door. De verzekeraar was op vrijwel alle gebieden marktleider en nam de verantwoordelijkheid die zij daarbij voelde serieus. Hoewel Van Rijn binnen het Verbond en diens rechtsvoorgangers niet langdurig formeel op het pluche heeft gezeten was zijn persoonlijke op de verzekeringsbranche enorm groot.

Naast zijn commerciële kwaliteiten stonden integriteit en transparantie hoog bij hem in het vaandel. Voor hem was klantbelang het vanzelfsprekende uitgangspunt van het handelen van zijn maatschappij. Zonder dat dit begrip zoals nu benoemd hoefde te worden, laat staan dat over dat principe gediscussieerd moest worden. En dat principe verlangde hij van de hele branche.

Constateerde hij dat een verzekeraar wat dat betreft uit de boot dreigde te vallen, dan greep hij als ‘bewaker van de branche’ in.

In zijn bedrijfsvoeringsvisie ging het niet in eerste instantie om het aandeelhoudersbelang. Dat belang was voor hem niet groter dan dat van de andere ‘stakeholders’, zoals de verzekerden en de medewerkers. Niet de zaak of het product, maar de mens kwam voor hem op de eerste plaats.

In zijn tijd was Nationale-Nederlanden een intermediairmaatschappij pur sang. Groot was dan ook ontsteltenis van de adviseurs toen Jaap van Rijn de verzekeraar samenvoegde met NMB-Postbank tot de Internationale Nederlanden Groep. Verenigingen als NVA en NBvA (nu Adfiz) voerden in die tijd namelijk constant actie tegen de Postbank, die zich op hun terrein begaf door de rechtstreekse verkoop van onder meer doorlopende reisverzekeringen.

De fusie kwam Van Rijn te staan op een heuse boycot van de NVA-leden, een situatie die hij overigens met de diplomatie die hem eigen was weer onder controle wist te krijgen.

Jaap van Rijn ging in 1992 met pensioen. In de negentiger jaren transformeerden verzekeraars zich steeds meer van risicodrager tot vermogensbeheerder met producten met een dun (fiscaal) verzekeringssausje. Het is de vraag of Van Rijn als hij nog aan het brancheroer gestaan had, dat zou hebben toegestaan.

GEEN REACTIES