Hypotheekadviseur vergeet verstrijken datum financieringsvoorbehoud en moet €3000 vergoeden

Hypotheekadviseur vergeet verstrijken datum financieringsvoorbehoud en moet €3000 vergoeden
© Pixabay

Een echtpaar beklaagt zich bij het Kifid over hun hypotheekadviseur van ING-bank. De adviseur gaf voortdurend signalen af dat het wel goed zou komen met hun financieringsaanvraag, maar uiteindelijk wijst de bank de aanvraag af. Daarbij komt dat de adviseur het paar niet gewezen heeft op het aflopen van de termijn voor gebruikmaken van de ontbindende voorwaarden, waardoor het stel de verkopende partij €4500,- moet betalen.

De man van het echtpaar is aandeelhouder en medebestuurder van de organisatie waarvoor hij tot die tijd in loondienst was als manager. De man heeft in september bij de adviseur nog nagevraagd of het een probleem zou zijn dat hij minder dan een jaar ondernemer was. Dit zou geen probleem zijn, had de adviseur verklaard.

Op 18 september 2018 tekent het echtpaar de koopakte voor een nieuwe woning. De akte van levering zal op 31 maart 2019 gepasseerd worden en de koopovereenkomst kan door koper worden ontbonden, indien uiterlijk op 28 februari 2019 geen passende hypotheek is gevonden. Het echtpaar vraagt een hypotheek aan bij de adviseur van €900.000,-.

Dan volgt een correspondentie tussen de man en de adviseur over het gereedkomen van de jaarcijfers van zijn onderneming. Dit zal pas half maart zijn, meldt de man, die zich afvraagt of afsluiten van de hypotheek voor 1 april nog wel haalbaar zal zijn.

28 februari, de dag waarop conform het koopcontract het financieringsvoorbehoud als ontbindende voorwaarde ingeroepen kan worden, verstrijkt. Pas op 5 maart antwoordt de adviseur in een e-mail aan de man over de jaarrekening: “Ik neem aan dat je de ontbindende voorwaarden hebt verschoven naar een later tijdstip zoals besproken. Wanneer lopen de ontbindende voorwaarden nu af?” De man begrijpt het bericht verkeerd en antwoordt: “1 april, staat in de pvk, maar dat kan ik nog verschuiven hoor.”

Nadat de jaarcijfers van de onderneming zijn verzonden naar ING-bank, ontvangt het echtpaar op 12 april een brief van de bank met een korte afwijzing zonder nadere toelichting. Later blijkt dat toch het korte ondernemerschap van de man de reden ervan is, gecombineerd met de hoogte van de lening en de geringe financiële buffer van het echtpaar.

Uiteindelijk verkrijgt het stel via een onafhankelijke tussenpersoon alsnog een hypotheek, maar inmiddels zijn ze door de verkopende partij in gebreke gesteld en moeten ze €4500,- betalen.

Het echtpaar vordert dit bedrag terug van de ING-adviseur, en nog veel meer kosten zoals: de kosten van de andere adviseur, kosten van een aannemer omdat door de vertraging nu niet zelf geklust kan worden in de woning, extra kosten voor levensonderhoud omdat het gezin met drie kinderen twee maanden geen keuken had, enz. In totaal €26.495,-.

De Geschillencommissie van het Kifid wijst het klachtonderdeel over de weigering van de hypotheekaanvraag echter af. Consument heeft weliswaar gesteld dat de hypotheekadviseur voortdurend positief bleef over de aanvraag, maar uit de overgelegde stukken blijkt niet dat de hypotheekadviseur hierover een rechtens afdwingbare toezegging gedaan.

Het klachtonderdeel over het niet tijdig waarschuwen voor het verschuiven van de termijn voor financieringsvoorbehoud acht de commissie wel gegrond. De hypotheekadviseur is hierin tekortgeschoten.

Wel is de Commissie van oordeel dat de schade mede aan de man zelf kan worden toegerekend. Hij heeft immers de koopovereenkomst, inclusief bepaling over de ontbindende voorwaarden, zelf voor akkoord ondertekend. En zoals de bank tijdens de mondelinge behandeling benadrukt heeft, heeft Consument als ondernemer ervaring met het ondertekenen en begrijpen van contracten. Gelet op deze omstandigheden ziet de Commissie aanleiding om in dit bindende advies tweederde van de schade van €4.500,- voor vergoeding in aanmerking te laten komen, oftewel €3.000,-.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES