Hypotheekadviseur kan meerwerk niet aantonen; claim is onterecht

Hypotheekadviseur kan meerwerk niet aantonen; claim is onterecht

Een hypotheekadviseur kan veronderstelde meerwerkkosten à € 750,- in een adviestraject niet aannemelijk maken. De Geschillencommissie van het Kifid oordeelt daarom dat zijn klanten deze kosten niet hoeven te betalen.

Een man en een vrouw zijn met de adviseur van FC&S Hypotheken een overeenkomst aangegaan voor advies en bemiddeling bij het verkrijgen van een hypothecaire geldlening. Als honorarium is € 3500 overeengekomen. Dit is gebaseerd op een regulier aanvraagtraject en een tijdige en volledige aanlevering van de benodigde informatie en documenten, zo staat in de overeenkomst.

Deurwaarder

Na ontvangst van de hypotheekofferte brengt de adviseur abrupt € 750,- aan kosten voor meerwerk in rekening. De consumenten vragen om een nadere specificatie maar ontvangen die niet. Er ontstaat een discussie die uiteindelijk leidt tot de gang van de consumenten naar het Kifid. Tijdens de procedure heeft een door de adviseur ingeschakelde deurwaarder de vordering van € 750,- bij de consumenten opgeëist, samen met € 150,- aan incassokosten. De consumenten hebben deze vorderingen onder protest voldaan.

Verwijten

Tijdens de discussie tussen het stel en de adviseur deed de laatste een uitgebreide uiteenzetting met de nodige verwijten en aantijgingen richting de consumenten. Zo zou de man van het stel in eerste instantie een gedeeltelijke loondienstbetrekking hebben, maar bij het indienen van de aanvraag bleken de benodigde inkomensstukken in eerste instantie niet voorhanden. Daardoor moest de aanvraag alsnog op basis van jaarrekeningen van zijn bedrijf worden ingediend. De adviseur moest overleg voeren met de accountant van de man in verband met een ongereguleerde schuld aan diens B.V..

Daarnaast was volgens de adviseur de aan te vragen geldlening hoger dan het vermelde financieringsbedrag in de koopovereenkomst. Ook verweet de adviseur de vrouw belangenverstrengeling bij de verkoop van haar oude woning, namelijk een deal met de makelaar die ook betrokken was bij de aan te kopen woning.

Ten slotte werd de verkoopovereenkomst al getekend vóórdat de financiering van de aankoop definitief was. Daardoor was het niet mogelijk om de overeenkomst te ontbinden op basis van een financieringsvoorbehoud.

Dit alles heeft veel tijd gekost volgens de adviseur. En alles overziend was er volgens hem totaal geen sprake van een regulier of normaal aanvraag- en adviestraject. Feitelijk heeft hij veel meer extra werk gehad dan de uiteindelijk door hem in rekening gebrachte 5 uur aan meerwerk.

De man en de vrouw weerspreken de aantijging van de adviseur. Zij wachten nog altijd op de specificatie van het meerwerk.

De commissie ziet in de overgelegde stukken dat de adviseur voor het eerst spreekt over meerwerk op het moment dat er al een hypotheekofferte aan consumenten was aangeboden. De adviseur heeft niet bestreden dat hij bij het ontvangen van de opdrachtbevestiging al ervan op de hoogte was dat de consumenten zelfstandige ondernemers waren, en dat de man een hoge rekening-courantschuld in zijn B.V. had. De adviseur had dus kunnen weten dat dit voor het verkrijgen van een financiering meer aandacht nodig zou hebben. Ook wist hij al dat de man een voorstel voor een vast dienstverband had gekregen. De adviseur zou bovendien volgens de consumenten slechts eenmaal kort contact hebben gehad met hun accountant. De verwijten richting de vrouw over de omstandigheden rond de verkoop van haar oude woning vindt de commissie in dit kader niet relevant, zodat zij daar verder niet op ingaat.

Onvoldoende aannemelijk gemaakt

De Geschillencommissie concludeert dat partijen verschillend denken over de vraag of het meerwerk kon worden voorzien. In elk geval heeft de adviseur onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij het meerwerk heeft verricht. Een specificatie van de bestede uren aan de verschillende werkzaamheden heeft hij ondanks het verzoek daartoe niet overgelegd. Ook is niet gebleken dat de adviseur met betrekking tot het meerwerk de consumenten (tijdig) een voorstel heeft gedaan waar zij wel of niet mee hebben kunnen instemmen. Gelet op wat was overeengekomen, hadden de consumenten dat wel kunnen en mogen verwachten.

De Commissie is daarom van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de extra kosten vanwege meerwerk terecht en op een juiste wijze in rekening zijn gebracht bij de consumenten. Dat betekent dat de consumenten in het gelijk worden gesteld. De adviseur moet de meerwerkkosten inclusief deurwaarderskosten terugbetalen.

Bron: Kifid

 

 

 

GEEN REACTIES