Ouderenorganisaties roeren zich rond de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Zij vrezen tussen wal en schip te vallen in de periode tussen het oude en het nieuwe stelsel, dat ingaat in 2026. Miljoenen gepensioneerden hebben al tien jaar of langer geen indexatie van hun pensioen gekregen. Daarbij is er nog steeds kortingsdreiging voor de jaren 2022-2026, vanwege de gedaalde dekkingsgraden.
Manon Vanderkaa, directeur seniorenorganisatie KBO-PCOB: “Wij willen dat er ook in de tussenliggende periode al ruimte komt voor indexatie. Mensen wachten al twaalf jaar. Een hele generatie zonder indexatie is uit den boze, en daarom willen we dat de soepeler regels voor indexeren al eerder toegepast worden.” KBO-PCOB schreef vorige week in een brief aan minister Koolmees alleen akkoord te kunnen gaan met het nieuwe stelsel als er een oplossing komt voor de overgangsperiode en de overstap.
In het Financieele Dagblad gaat Jaap van der Spek, vice-voorzitter van de Koepel Gepensioneerden, in op de vele onzekerheden die er nog zijn. Zoals de overgang van de oude aanspraken naar het nieuwe, persoonlijke pensioenvermogen. “Hoe bepaal je de waarde van je oude rechten? En wat doe je met de misgelopen indexatie? Hoe compenseer je dat? Dat is allemaal nog niet duidelijk.’’
Ouderenbond Anbo zegt in een brief aan de Tweede Kamer dat gepensioneerden definitief een derde van hun pensioen dreigen kwijt te raken als er geen goede overgangsregeling komt. “Gepensioneerden zijn gemiddeld 75 jaar oud en proeven zo wel het zuur van het huidige stelsel maar niet het zoet van het nieuwe stelsel”, aldus Liane den Haan, directeur-bestuurder Anbo. De bond wil dat er een onderzoek komt naar de problematiek.
Dinsdag 14 juli debatteert de Tweede Kamer over de uitwerking van het nieuwe stelsel.
