Fred de Jong: Verhaar heeft niet geheel ongelijk

“Nu al is zichtbaar dat de traditionele assurantietussenpersoon steeds meer uit het straatbeeld verdwijnt.”

Dr. Fred de Jong (Adviesbureau Fred de Jong) reageert op de column ‘Het ongelijk van Peter Verhaar’ waarin wordt verdedigd dat de vergelijking tussen een klein effectenkantoor en een financiële adviseur nergens op slaat.

De Jong daarentegen vindt de stelling van Peter Verhaar “dat tussenpersonen net als kleine effectenkantoren gaan verdwijnen” is niet geheel onjuist.

“Hoewel effectenkantoren en tussenpersonen niet direct met elkaar zijn te vergelijken, is nu al zichtbaar en aantoonbaar dat de traditionele assurantietussenpersoon steeds meer uit het straatbeeld verdwijnt. Gedreven door technologische mogelijkheden, economisch slechte omstandigheden en een enorme regeldruk, is de afgelopen 5 jaar al een sanering te constateren van circa 30%.

Met de verdere opkomst van mobiel en social media, nog meer regelgeving (generieke zorgplicht, uitbreiding provisieverbod?) en toenemende concurrentie van directe kanalen en nieuwe toetreders, zal deze sanering zeker nog doorzetten. De traditionele assurantietussenpersoon die primair voor zijn inkomsten afhankelijk is van particuliere schadeverzekeringen zal, als hij geen volmacht heeft, grotendeels uit het straatbeeld verdwijnen.

Dat betekent niet, en daar gaat de analyse van Peter Verhaar wat mank, dat het intermediair daarmee ten dode is opgeschreven. De behoefte aan financieel advies is groot, de noodzaak ook. Veel intermediairs maken een transformatie door naar adviesgericht en gericht op totaalrelaties. Dat lijkt een gezond businessmodel te kunnen zijn. Dat consumenten niet voor advies willen betalen is een sprookje. De consument deed dat jarenlang en zal dat ook blijven doen, mits daar een zinvolle dienstverlening tegenover staat. Het zullen met name die klanten zijn die zich laten informeren en actief betrokken zijn bij hun financiële situatie die om advies vragen. De consument die er geen tijd en moeite in wil steken (bewust of onbewust) zal moeite hebben om advies te vragen, laat staan ervoor te betalen.

Dat Peter Verhaar hypotheekadvies als makkelijk typeert, klopt ten dele. In de basis is het niet ingewikkeld wellicht, maar de regelgeving heeft het ingewikkeld gemaakt. Je bent nu eenmaal als adviseur verplicht om ook bij een simpele hypotheek de totale financiële situatie van de klant door te lichten om tot een passend advies volgens de AFM te kunnen komen. Ook de fiscaliteit maakt het product ingewikkelder dan wellicht nodig, maar dat is wel de realiteit vooralsnog.

De traditionele tussenpersoon op het gebied van particuliere schadeverzekeringen krijgt het steeds lastiger om te overleven. Maar voor de intermediair die de transitie kan maken naar of productspecialist of adviseur op basis van totaalrelaties is er wel degelijk een gezonde toekomst mogelijk. Waarschijnlijk met minder rendement dan de markt gewend was, maar nog altijd een gezond rendement. Het is vooralsnog een utopie om te verwachten dat veel banken en verzekeraars, die zo hun eigen problemen hebben, in staat zullen zijn om op een adequate en winstgevende manier zelf in de adviesbehoefte kunnen voorzien.”

Naschrift Findinet

Na de gedeeltelijke bijval van Fred de Jong voor de stellingname van Peter Verhaar volgt een aantal belangrijke nuanceringen, waarmee hij duidelijk afstand neemt van de kort door de bocht conclusies van Verhaar. Voor ons gevoel benoemt De Jong evenals wij de verschillen tussen de eenduidige opdracht die effectenkantoren vroeger alleen maar hoefden uit te voeren en het passende maatwerkadvies dat van de huidige financiële adviseur wordt verlangd.

Behalve de insteek van het verhaal lijkt het er dus op dat Fred de Jong en Findinet het met elkaar eens zijn.

GEEN REACTIES