Kifid: Execution only stelt hogere eisen aan consument

Execution only stelt hogere eisen aan consument
© Succo, Pixabay

Van consumenten die via execution only een verzekering afsluiten wordt meer eigen verantwoordelijkheid verwacht dan van consumenten die advies vragen. Dat blijkt weer uit een verdrietige casus van de Commissie van Beroep van het Kifid over een vrouw en haar terminaal zieke man.

In 2013 heeft de vrouw een TAF Personal Overlijdensrisicoverzekering (QL) afgesloten via de vergelijkingssite www.geencentteveel.nl (Comoditas B.V.). Looptijd tien jaar. Verzekerd kapitaal € 725.000,-. Premie € 68,08 per maand. De verzekerde is de echtgenoot van de consument. De tussenpersoon van Comoditas verleende zijn diensten uitsluitend op basis van execution only en verstrekte dus geen advies.

Op het polisblad staat niet aangetekend dat dekking bij terminale ziekte is meeverzekerd. Dus wanneer de vrouw begin 2022 contact opneemt met de mededeling dat bij haar echtgenoot ALS is geconstateerd met een snelle progressie, wordt er niet uitgekeerd.

De vrouw had, om de laatste maanden zo dragelijk mogelijk te maken, onder andere de woning willen verbouwen om haar echtgenoot tot het laatste moment thuis te kunnen verzorgen. Het recht op vervroegde uitkering bij een terminale ziekte bestaat echter alleen wanneer dit staat aangetekend op het polisblad.

Vervolgens eindigt de ORV op 1 januari 2023, doordat de looptijd van 10 jaar is verstreken.

Dekking of niet?

De vrouw is het niet eens met de afwijzing en stapt naar het Kifid. Zij voert aan dat een redelijke uitleg van de verzekeringsovereenkomst meebrengt dat er wel sprake is van dekking bij terminale ziekte. In januari 2023 doet de Geschillencommissie uitspraak (2023-0005) ten nadele van de vrouw. Daarop dient ze een (pro forma) beroepschrift in bij de Commissie van Beroep.

Offerte en voorwaarden

De CvB kijkt naar offerte, polisblad en voorwaarden van de ORV. In de offerte staat zonder enig voorbehoud vermeld dat als de verzekerde leeft, er geen uitkering plaatsvindt, en dat de verzekerde de echtgenoot van de consument is. De offerte vermeldt niets over dekking in geval van terminale ziekte. Het polisblad evenmin.

De voorwaarden zijn wel wat ondoorzichtig geformuleerd: de definitie ‘terminale ziekte’ staat vermeld in artikel 1, maar pas uit de artikelen 21 lid 3 en 4 blijkt dat die dekking enkel dan is meeverzekerd als dit op het polisblad staat aangetekend.

Onverbiddelijk

De Commissie van Beroep is echter onverbiddelijk: “Anders dan de consument stelt, kan er voor een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument geen twijfel bestaan over de betekenis van de artikelen 21 leden 3 en 4 en artikel 1 van de polisvoorwaarden, te weten dat dekking bij terminale ziekte enkel dan is meeverzekerd als dit op het polisblad staat aangetekend.”

Voorlichtingsbrochure

Uit de stellingen van de consument blijkt dat zij graag een ORV inclusief dekking voor terminale ziekte had willen sluiten als zij destijds van deze mogelijkheid op de hoogte was geweest. Ze verwijst naar de door de tussenpersoon geëxploiteerde verwijzingssite, die zij heeft geraadpleegd, en die van deze mogelijkheid géén melding maakt. Daardoor was die bij haar niet bekend. Het bedrijf had wel een voorlichtingsbrochure waarin uitkering bij terminale ziekte wordt genoemd, maar die brochure heeft de consument niet ontvangen.

Maar hoe dan ook, de omstandigheid dat de consument deze brochure niet heeft ontvangen, is niet van belang voor de uitleg van de ORV die de consument heeft afgesloten, aldus de CvB.

Zorgplicht

Verder stelt de consument dat de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden door haar niet op de hoogte te stellen van de mogelijkheid tot uitkering bij terminale ziekte. De CvB wijst erop dat zorgplicht van de tussenpersoon (relatief) beperkt was, omdat de diensten via execution only werden aangeboden. De consument had kortom een grotere eigen verantwoordelijkheid dan wanneer zij een tussenpersoon zou hebben ingeschakeld die haar had geadviseerd over een voor haar specifieke situatie geschikte ORV.

Concurreren op prijs

Ten overvloede wijst de CvB op de volgende omstandigheden: de tussenpersoon concurreerde vooral op de prijs; dit blijkt al uit de handelsnaam ‘Geencentteveel.nl’. En de tussenpersoon bemiddelde destijds – conform afspraak met zijn gevolmachtigde – omwille van de vergelijkbaarheid met de andere overlijdensrisicoverzekeringen die via de tussenpersoon konden worden afgesloten, enkel in de ‘kale overlijdensrisicodekking’, dat wil zeggen zonder de mogelijkheid de ORV af te sluiten met dekking van vervroegde uitkering bij terminale ziekte. Gelet op deze omstandigheden kon van de tussenpersoon destijds redelijkerwijs niet worden verwacht dat hij in de vergelijking aandacht besteedde aan deze mogelijkheid. Ook in dit opzicht heeft de tussenpersoon zijn zorgplicht dus niet geschonden.

De Commissie van Beroep heeft begrip voor de verdrietige situatie waarin de consument en haar echtgenoot zich bevinden, maar kan niet anders dan de uitspraak van de Geschillencommissie bevestigen.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES