Jan Aikens: Nul euro passende adviesbeloning

De AFM gaat in de Nieuwsbrief qua redelijkheid

zeker één stap te ver.

Een ‘Leidraadje passend advies aan bezitters van beleggingsverzekeringen’. Zo zou de speciale nieuwsbrief van de AFM genoemd kunnen worden. Adviseurs krijgen daarin voorgeschoteld hoe zij de beleggingsverzekeringen moeten

repareren. En wat zij voor hun werkzaamheden mogen rekenen. Dat is weinig tot niets. Je kan met recht zeggen dat de AFM zich hiermee tot kampioen Klantbelang Centraal Stellen opwerpt. Maar intussen brengt diezelfde AFM wel de beroepsgroep die zij deze belangrijke klus wil laten klaren, om zeep.

Laten we voorop stellen dat de meeste consumenten niet hebben kunnen begrijpen welke elementen, kosten en premies er precies schuil gingen in het product dat zij hebben aangeschaft. Laat staan dat zij konden beseffen wat voor invloed beleggingskoersen, kosten en premies zouden hebben op de hoogte van het geprognotiseerde eindkapitaal. Voor veel adviseurs echter gold in de tijd dat er

nog geen De Ruitermodellen waren (bijna) hetzelfde. Over de vraag of dat het intermediair geheel of gedeeltelijk valt te verwijten kan je boekenkasten vol schrijven. Maar dat doet nu even minder ter zake. Waar het in de basis om gaat is dat de consument met de wetenschap van nu in staat gesteld moet worden de oorspronkelijke doelstelling zo dicht mogelijk te benaderen.

In dat proces speelt de adviseur uiteraard een cruciale rol. Maar nu gaat het er steeds meer op lijken dat hij die rol moet vervullen vanuit zijn aansprakelijkheid voor de affaire. Natuurlijk, de adviseur krijgt niet voor niets doorlopende provisie.

Met die verdiensten kan hij zijn zorgplicht nakomen. Een onderdeel daarvan is het periodiek controleren of met de polis de oorspronkelijke doelstelling gehaald kan worden. Is dat niet het geval dan zal hij zijn relatie de keus voorleggen de polis aan te passen of de ambitie te verlagen. Wat nu van het intermediair gevraagd is reikt verder dan de zorgplicht. De AFM is van mening dat het hele adviestraject opnieuw doorlopen moet worden. Dat heeft niets met repareren te maken. Dat is een geheel nieuw proces waarin de huidige situatie van de klant – die misschien intussen zijn baan heeft verloren, al twee keer gescheiden is, drie kinderen heeft gekregen en in een duurder huis is gaan wonen – geïnventariseerd moet worden. Zijn risicoprofiel lijkt op geen enkele wijze meer op dat in de tijd dat de polis werd afgesloten.

Kortom: de behoeften, ambities, dromen en financiële mogelijkheden zijn totaal veranderd. Anders gezegd: de adviseur heeft te maken met een nieuwe klant. Vaak niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. De praktijk zal immers vaak zijn dat de huidige adviseur niet de oorspronkelijke bemiddelaar is, maar de klant heeft aangetroffen in een portefeuille die hij heeft overgenomen van een al dan niet hit-en-runkantoor.

Adfiz heeft de leden gevraagd kosteloos te adviseren wanneer van een echte reparatie sprake is. Dus als alles hetzelfde is gebleven behalve dan dat de kennis van toen is ingeruild voor de kennis van nu.

De AFM gaat in de Nieuwsbrief vele stappen verder en qua redelijkheid zeker één stap te ver. Het is inderdaad een goede zaak als adviseur en consument kijken wat het betekent om met een schone lei te beginnen, maar dat kan alleen tegen een wèl passende beloning.

Jan Aikens

Deze column is verschenen in ‘Leven en later leven’ het gratis Magazine voor de Leven- en Pensioenprofessional

GEEN REACTIES