ABN AMRO maakt aflossing op spaarhypotheek onnodig ingewikkeld

ABN AMRO maakt aflossing op spaarhypotheek onnodig ingewikkeld
© Moerschy , Pixabay

Wanneer een consument €5000,- wil aflossen op zijn spaarhypotheek bij ABN AMRO, zou hij zich eerst moeten laten adviseren à €750,- en een inkomenstoets ondergaan. De Geschillencommissie van het Kifid steekt hier een stokje voor.

De consument heeft in 1996 een hypotheek afgesloten, bestaand uit twee leningdelen: een spaargedeelte met een hypotheeksom van ruim €134.000,- en een aflossingsvrij deel van ruim €152.000,-. Aan de spaarhypotheek is een levensverzekering gekoppeld.

Na 25 jaar keurig betaald te hebben, wenst de man een extra aflossing te doen op de spaarhypotheek. Volgens de voorwaarden mag hij jaarlijks 20 procent boetevrij aflossen. Maar wanneer de man contact opneemt met ABN AMRO over zijn voornemen, meldt de hypotheekadviseur van de bank dat hij hiervoor eerst verplicht advies moet inwinnen. Er kunnen namelijk fiscale gevolgen verbonden zijn aan het wijzigen van de premie voor de  verzekering die aan de spaarhypotheek gekoppeld is, als hij aflost.

De bank brengt voor zo’n advies €750,- in rekening, bestaande uit €550,- advieskosten en €200,- administratiekosten. Verder vraagt de bank aanvullende stukken zodat zij een inkomenstoets voor de consument kan uitvoeren. Het gaat om: een getekende adviesofferte, kopie legitimatie, kopie werkgeversverklaring, recente loonspecificatie, kopie opgaaf “mijnpensioenoverzicht.nl”, kopie opgaaf Uniform Pensioen overzicht, opgaaf arbeidsverleden, kopie spaarhypotheekpolis, recente WOZ-bepaling, en kopie bestaande overlijdensrisico verzekering (indien van toepassing).

Niet in verhouding

Dit wordt de man te bar. Dat de aflossing fiscale consequenties voor hem kan hebben, kan hij niet volgen; het doelkapitaal wordt met de aflossing lager en de premie voor de verzekering wordt daarop aangepast. Daarnaast staan de advieskosten niet in verhouding tot de aflossing. Hij wendt zich tot het Kifid.

De Geschillencommissie is met hem van oordeel dat het in het onderhavige geval niet gaat om een substantiële wijziging van de hypothecaire geldlening. Wel beaamt de Commissie dat een spaarhypotheek een complex product is op grond van artikel 1 onder punt 4 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Als gevolg van de aflossing kúnnen er fiscale gevolgen verbonden zijn aan het wijzigen van de premie voor de verzekering die aan de spaarhypotheek gekoppeld is.

De bank heeft toegelicht dat voor de premie-inleg een fiscale bandbreedte-eis geldt die niet overschreden mag worden. Dit vanwege het risico op verlies van het fiscale voordeel dat de hiervoor geldende regeling biedt. Maar het is de Geschillencommissie niet gebleken dat de bank in redelijkheid een advies van dergelijke omvang verplicht kan stellen met de daarbij behorende kosten.

Nazorgverplichting

De Commissie oordeelt dat ABN AMRO voor dit advies niet meer dan een bedrag van €375,- in rekening mag brengen. Zij merkt bovendien op dat de consument de hypotheek heeft afgesloten in 1996, dus vóór de inwerkingtreding van het provisieverbod in 2013. Indien de consument provisie heeft betaald bij het aangaan van zijn lening, is het verdedigbaar dat het informeren van de consument over het al dan niet blijven voldoen aan de fiscale bandbreedte-eis gewoon onder de nazorgverplichting van de bank valt.

GEEN REACTIES