Wetsvoorstel Solvency II ingediend bij Tweede Kamer

De regering heeft het wetsvoorstel met toelichting gepubliceerd waarmee de Europese Richtlijn in de nationale wetgeving wordt geïmplementeerd.

De kleinste verzekeraars worden vrijgesteld van prudentieel toezicht. Het gaat om maatschappijen met een bruto premie-inkomen van niet meer dan € 1 miljoen en bruto technische voorzieningen van niet meer dan € 5 miljoen. De vrijstelling geldt alleen als de verzekeraars geen verzekeringen met een dekking boven € 10.000 per verzekerd object resp. overlijdensgeval. Biedt zij die hogere dekking wel, dan valt de verzekeraar onder het Solvency II Basic regime. Verzekeraars die vrijgesteld zijn van prudentieel toezicht moeten communiceren dat zij niet onder DNB-toezicht vallen en aangeven wat de consequenties hiervan zijn. Het gaat om circa 70 maatschappijen.

De Basic-variant is bestemd voor verzekeraars die niet onder de vrijstelling vallen en een jaarlijks bruto premie-inkomen hebben van niet meer dan € 5 miljoen, dan wel een totaal bedrag aan technische voorzieningen van niet meer dan € 25 miljoen op de balans hebben staan. Uitgangspunt van dit aangepaste toezichtsregime is de richtlijn solvabiliteit II, waarin risico-oriëntatie, marktwaardewaardering, transparantie en proportionaliteit centraal staan. De bescherming van de polishouder wordt daarbij voorop gesteld. Zij moeten bijvoorbeeld wel voldoen aan de systematiek van minimumkapitaalvereiste, solvabiliteitskapitaalvereiste, etc., maar de eisen die worden gesteld aan de modellen die zij dienen te gebruiken om deze vereisten te kunnen berekenen zullen minder zwaar zijn dan voor verzekeraars die wel onder de richtlijn vallen.

Natura-uitvaartverzekeraars vallen, ongeacht hun grootte, altijd binnen de reikwijdte van Basic-regime.

Drie pijlers

De richtlijn solvabiliteit II kent drie pijlers:

Pijler 1: kwantitatieve financiële eisen;

Pijler 2: kwalitatieve eisen en het toezichtproces;

Pijler 3: toezichtrapportage en openbaarmaking van informatie.

De nieuwe pijler 2 focust op de interne besturing en het risicomanagement van de verzekeraar. De regelgeving expliciteert de verantwoordelijkheid met betrekking tot risicobeheersing van het bestuur van de verzekeraar. Het interne proces van de verzekeraar dient zodanig ingericht te worden dat de risico?s optimaal worden beheerst en periodiek worden getoetst.

De derde pijler beoogt het bewerkstelligen van marktdiscipline door het vergroten van de transparantie over de financiële positie en de corporate governance van verzekeraars zowel richting de toezichthouder als het publiek in brede zin.

GEEN REACTIES