Weinig hoop op soepeler hypothekenregime

Uit het verslag van de eerste bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité blijkt dat de hervormingen stringent zullen worden uitgevoerd.

De Eerste Kamer kreeg nog de toezegging van minister Blok om met een ‘open mind’ te kijken of onverkort vastgehouden moet worden aan de 100%-aflossingsverplichting (zie ook: Discussie in Senaat zet woningmarkt weer langer op slot)

Maar de kans dat er gerekend mag worden op een versoepeling van de hypotheekregels in welke vorm dan ook lijkt uiterst miniem geworden.

Dat blijkt uit het verslag van de eerste bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité.

In het comité bespreken vertegenwoordigers van DNB, AFM en het ministerie van Financiën ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. De president van DNB zit het comité voor. Het Financieel Stabiliteitscomité is in november 2012 opgericht als uitvloeisel van de aanbevelingen van de Commissie De Wit en heeft tot taak risico’s voor de financiële stabiliteit te signaleren en daarover aanbevelingen te doen.

De eerste aanbeveling: Het is van groot belang voor de Nederlandse financiële stabiliteit dat de voorgenomen hervormingen van de woningmarkt, evenals het verminderen van de hyptheekschuld, onverkort worden ingevoerd.

Het is opvallend dat het comité wel aangeeft hoe hoog de totale schuld van de Nederlandse huishoudens is, maar niet aangeeft welk gespaard bedrag daar tegenover staat. Door zich alleen op de schuldpositie te focussen worden conclusies getrokken als “De totale schuld van Nederlandse huishoudens ligt rond 135% bbp en is daarmee de op één na hoogste in de eurozone. En: “De hoge schuld maakt huishoudens kwetsbaar voor een daling van de waarde van hun woning.”

Wat dat laatste betreft beseft het comité dat de genomen beperkende maatregelen deze kwetsbaarheid alleen maar vergroot: “Het comité erkent dat deze maatregelen op korte termijn een drukkend effect op de huizenprijzen kunnen hebben, in de transitie naar een nieuw evenwicht.”

Misschien speelt de kapitaalpositie van de banken wel een dominante rol bij het comité dat wordt voorgezeten door DNB-president Klaas Knot:
“Vanwege de omvang van de hypotheekportefeuilles kunnen banken een substantieel deel van deze portefeuilles niet met deposito’s financieren. De relatief grote afhankelijkheid van marktfinanciering die daarvan het gevolg is, maakt banken kwetsbaar. Professionele financiers zijn sinds de crisis minder bereid om te investeren in hypotheekportefeuilles van Nederlandse banken, die daardoor op hun beurt terughoudender zijn bij het verstrekken van hypothecair krediet.”

Het comité ziet alleen maar voordelen in de genomen maatregelen: “De graduele verlaging van de LTV-limiet verkleint het restschuldrisico voor gezinnen en banken. Door de hypotheekrenteaftrek voor nieuwe hypotheken te beperken in lijn met volledige annuïtaire aflossing, wordt de fiscale subsidie op schuldfinanciering verminderd en de afhankelijkheid van marktfinanciering van het bankwezen geleidelijk verkleind. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat van de fiscaliteit geen financiële prikkels meer uitgaan om gedurende de looptijd van de lening niet of slechts gedeeltelijk af te lossen. De combinatie van lagere LTV-limieten en eenvoudiger vormgegeven, meer transparante annuïtaire hypotheekproducten maakt het bovendien aantrekkelijker voor professionele financiers om te beleggen in Nederlandse hypotheekportefeuilles.”

En gezien de samenstelling van het comité heeft het er alle schijn van dat de ‘mind’ van minister Blok minder ‘open’ kan zijn dan hij heeft gesuggereerd.

Jan Aikens

GEEN REACTIES