Wanneer krijgt financiële sector een centrale reputatieregisseur?

Failliete adviseur is volgens Kifid half en volgens de rechter volledig aansprakelijk voor fout advies en prijkt nog steeds met 5 sterren op Advieskeuze.

De zaak waar de rechtbank Almelo uitspraak over deed gaat over een in 2006 gegeven hypotheekadvies. We gaan dus niet ‘met de ogen van nu’ kijken naar het feit dat er wat gesjoemeld werd met de inkomensgegevens, naar de hoogte van het hypotheekbedrag en het feit dat eenzesde van dat bedrag werd aangewend voor consumptieve uitgaven.

Minder makkelijk is voor kennisgeving aan te nemen dat geadviseerd is om het deel van de nieuwe lening dat na consumptieve aanwending en aflossing van de oude hypotheek overbleef (bijna 85.000 euro) te storten in een beleggingsfonds. Met dit geleende geld werd dus belegd en uit de beleggingsopbrengst werd de maandelijkse hypotheeklast betaald.

Dat ging nog geen twee jaar goed. De onttrekking uit het beleggingsdepot werd stopgezet, de woningbezitter kon zijn verplichtingen niet meer nakomen en het huis staat sinds 2009 te koop.

Er volgt een klacht bij Kifid, waar de zaak behandeld wordt door de Ombudsman (over de Geschillencommissie wordt in het vonnis niet gerept). Die oordeelt “dat het advies om te beleggen met geleend geld niet is te kwalificeren als een advies dat een redelijk handelend en bekwaam adviseur mocht geven”. Maar dat is de ene kant van de medaille, de andere is dat klager en echtgenote ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. “Zij hebben immers zelf besloten om het advies van S&L Star c.s. op te volgen, terwijl zij zich hadden moeten realiseren dat zij dit geld nodig hadden om gedurende een aantal jaren de maandlasten te voldoen. Daarbij acht Kifid het een feit van algemene bekendheid dat aan beleggen risico’s zijn verbonden.”

Gedeelde schuld, oordeelt de Ombudsman, niet omdat het advies fundamenteel onverantwoord zou zijn, maar omdat de adviseur in het beleggingsadvies niet het gehele bedrag in één mandje had moeten deponeren (ook al was dat een mixfondsmandje) maar tenminste over drie fondsen had moeten spreiden. Tweederde had niet in het fonds terecht mogen komen dat nu op slot zit, redeneerde de Ombudsman. Dat bedrag is de schade die klager lijdt en daarvan krijgt hij dan gezien de eigen verantwoordelijkheid 50% van vergoed door de adviseur.

Interessant is het om in het vonnis te lezen dat de rechter het op alle inhoudelijke punten eens is met de Ombudsman, maar uiteindelijk tot een geheel ander oordeel komt. Dat luidt kort en eenvoudig: de adviseur heeft niet gehandeld als een redelijk handelend en redelijk bekwaam financieel adviseur en is daarom gehouden de schade die hieruit voortvloeit te vergoeden.

Des te interessanter omdat de klanten met een klacht door de financiële dienstverlener richting Kifid worden gedirigeerd. De regels leggen die verplichting aan de financiële dienstverlener op. Is de klager eenmaal over de Kifid-drempel dan kan hij vrij automatisch in de positie komen dat hij aan een bindende uitspraak vastzit. In dit geval was daar nog geen sprake van waardoor alsnog de weg naar de rechter open stond. Wel ziet de klager dat de klachteninstantie bereid was hem een schadevergoeding toe te kennen van eenderde van de schade (50% van tweederde) en de rechtbank die hij ongetwijfeld als de ‘officiële rechter’ aanmerkt, de eis tot volledige schadevergoeding toewijst.

Eerdere uitspraken van Kifid hebben aangetoond dat het klachteninstituut voorzichtig is waar het gaat om het toekennen van de hoogte van de schade. Een aantal malen bleek het schadebedrag gelijk te zijn aan de door de adviseur ontvangen vergoeding en ook speelt het argument van de eigen verantwoordelijkheid van de klager vaker een rol. Dat klinkt op het eerste gezicht niet onredelijk, maar er zit ook een gevaar in voor de rol van de adviseur: hoe zwaarder die eigen verantwoordelijkheid wordt aangezet, hoe geringer de kenniskloof tussen klant en adviseur wordt geapprecieerd. En dat komt het belang van de toegevoegde waarde van de adviseur niet ten goede.

We hebben het al vaker gezegd: voor ons is de adviseur die zich niet op voorhand wil vastleggen aan een bindend advies (omdat de klager dat dan ook moet doen) niet per definitie verkeerd bezig.

Nog een opmerking in de marge: De adviseur om wie het hier gaat is S&L Star. Ook bekend als De Hypotheekshop Nijverdal, welk bedrijf in december 2013 failliet werd verklaard. Overigens was S&L Star nog niet bij deze keten aangesloten toen dit advies gegeven werd.

De consumenten die op zoek zijn naar een vertrouwde adviseur kunnen Hypotheekshop Nijverdal nog steeds vinden op Advieskeuze. Compleet met adres, medewerkers en een uitstekende review, die het failliete bedrijf vijf sterren oplevert.

Er valt best iets te zeggen voor centraal reputatiemanagement in de financiële sector.

Het vonnis van de rechtbank Almelo.

GEEN REACTIES