Vruchtgebruiker mag eigenwoningrente aftrekken

De renten en kosten die een vruchtgebruiker betaalt voor de schuld van de bloot eigenaar worden geaccepteerd als aftrekbare kosten.

Staatssecretaris Wiebes heeft dat vastgelegd in het Besluit Vruchtgebruiker en eigenwoningrente.

Er zijn situaties waarin de eigendom van een woning krachtens erfrecht is gesplitst in een vruchtgebruik en een blote eigendom. In de meeste van die situaties is de schuld die de erflater is aangegaan in verband met de eigen woning, een schuld van de bloot eigenaar. Voor de vruchtgebruiker kan de woning worden aangemerkt als eigen woning (artikel 3.111, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet IB 2001).

Als de vruchtgebruiker in deze situatie de renten en kosten voor de schuld die is aangegaan door de erflater voor zijn rekening moet nemen, zijn deze renten en kosten niet aftrekbaar. De schuld behoort immers niet tot het vermogen van de vruchtgebruiker. De voorwaarde dat het moet gaan om een schuld van de belastingplichtige, is met ingang van 1 januari 2013 in de Wet IB 2001 opgenomen.

Goedkeuring

Het is echter niet de bedoeling, aldus de staatssecretaris, “dat vruchtgebruikers per 2013 plotsklaps geen renten of kosten meer zouden kunnen aftrekken.” Daarom keurt hij onder voorwaarden goed dat renten en kosten die de vruchtgebruiker betaalt voor de schuld van de bloot eigenaar, door de vruchtgebruiker in aanmerking kunnen worden genomen als aftrekbare kosten in de zin van artikel 3.120 van de Wet IB 2001.

Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:

a. De eigenwoningregeling is van toepassing voor de vruchtgebruiker op grond van artikel 3.111 van de Wet IB 2001.

b. De schuld voldoet aan de overige voorwaarden die gelden voor de kwalificatie als eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3.119a van de Wet IB 2001.

Het goedkeuringsbesluit werkt terug tot en met 1 januari 2013.

N.B.: Het over het hoofd zien van dit besluit zou kunnen leiden tot onjuiste informatie aan klanten

GEEN REACTIES