Verzekeraar mag levensverwachting bij pensioenaanbod zelf bepalen

Verzekeraar mag levensverwachting bij pensioenaanbod zelf bepalen
© Pixabay

Verzekeraars hoeven bij een levenslang ouderdomspensioen niet de gebruikte levensverwachting van het CBS of het Actuarieel Genootschap te volgen. Zij zijn vrij om verzekerden een levenslang ouderdomspensioen aan te bieden op basis van eigen tarieven en uitgangspunten. Dat oordeelt de Geschillencommissie van het Kifid in twee bindende uitspraken over klachten betreffende pensioenverzekeringen.

Betrokken consumenten klaagden dat de verzekeraar in de offerte voor een levenslang ouderdomspensioen is uitgegaan van een onjuiste levensverwachting. Eén van beiden beklaagt zich ook over de kosten die de verzekeraar in rekening brengt.

De verzekerden hebben een pensioenverzekering op basis van een beschikbare premieregeling bij respectievelijk Achmea en Nationale Nederlanden. Wanneer de einddatum van de pensioenverzekering in zicht komt, ontvangen de consumenten van hun pensioenverzekeraar een offerte voor een levenslang ouderdomspensioen.

‘Shoppen’
De verzekeraars wijzen in hun offerte op de mogelijkheid om het ouderdomspensioen aan te kopen bij een andere verzekeraar. Beide offertes zijn duidelijk over welk jaarlijks pensioen met het beschikbare kapitaal kan worden aangekocht en tegen welke kosten. Beide consumenten hebben ervoor gekozen om niet te gaan ‘shoppen’ en de offerte van hun eigen pensioenverzekeraar te accepteren. Daarmee weten beide consumenten zich verzekerd van een levenslang pensioen evenals een levenslang partnerpensioen.

Over de hoogte van de pensioenuitkering doen de consumenten echter hun beklag bij het Kifid. Zij vinden dat de verzekeraar uitgaat van een onjuiste en voor hen nadelige levensverwachting. De consument, verzekerd bij Nationale Nederlanden, vindt ook dat de verzekeraar te hoge kosten in rekening brengt.

Breder maatschappelijk probleem
De Geschillencommissie merkt in beide uitspraken op dat steeds vaker consumenten met een beschikbare premieregeling teleurgesteld zijn over het aanbod van hun pensioenverzekeraar voor een levenslang ouderdomspensioen.

In de tijd dat de werkgevers van deze consumenten de pensioenuitvoerings-overeenkomsten sloten, waren de verwachtingen over de uitkomsten van een dergelijke pensioenregeling nog positief. Verwachtingen die niet altijd zijn uitgekomen. De hogere levensverwachting en de aanhoudend lage rente werken in de huidige tijd bij aankoop van een levenslang ouderdomspensioen negatief uit. Het is tot op zekere hoogte een breder maatschappelijk probleem en een economische werkelijkheid, waar de Geschillencommissie niet omheen kan. De Geschillencommissie kan de teleurstelling van verzekerden begrijpen. Tegelijkertijd is dit inherent aan hoe een pensioen in de vorm van een beschikbare premieregeling werkt.

Vrijheid over en weer
Voor beide consumenten geldt dat zij op de pensioendatum met het uit hun pensioenverzekering vrijkomende bedrag een levenslang ouderdomspensioen kunnen aankopen bij een verzekeraar naar eigen keuze. Anders dan bij een pensioen gebaseerd op een middelloon- of eindloonregeling, kunnen deze consumenten bij meerdere verzekeraars een offerte opvragen en op die manier kiezen voor een verzekeraar met het voor hen meest gunstige pensioen.

Hiertegenover staat de vrijheid van de verzekeraar om een aanbod te doen op basis van door hemzelf vastgestelde tarieven en uitgangspunten. De verzekeraar mag zijn aanbod dan ook baseren op een eigen inschatting van het langlevenrisico. Anders dan deze consumenten veronderstellen, is de verzekeraar niet verplicht om de door het CBS of het Actuarieel Genootschap gebruikte levensverwachting te volgen, zo blijkt uit de uitspraken.

Alles overziend oordeelt de Geschillencommissie in beide klachtzaken dat van tekortschieten door zowel Achmea als van Nationale Nederlanden niet is gebleken.

GEEN REACTIES