Verbond: Geef 10% subsidie aan mensen die ‘sparen voor wonen”

Dat is één van de vier suggesties van het Verbond om de woningmarkt vlot te trekken en “wijzig de regels zodat verzekeraars meer in hypotheken kunnen beleggen”.

Die boodschap gaf Verbondsdirecteur Leo De Boer op 13 februari mee tijdens een rondetafelgesprek over de kredietmarkt in de Tweede Kamer. Het Verbond bracht eerder deze week een position paper uit, waarin de brancheorganisatie liet weten dat verzekeraars graag een bijdrage leveren om de woningmarktproblemen op te lossen.

De Boer benadrukte in de Kamer dat verzekeraars, anders dan bijvoorbeeld banken, veel ‘lang geld’ beheren en daardoor altijd op zoek zijn naar stabiele en veilige beleggingen om hun langetermijnverplichtingen te kunnen nakomen. “Nederlandse verzekeraars beheren samen zo’n 400 miljard euro waarvan ongeveer 60 procent in Nederland wordt belegd. Wij denken, in alle bescheidenheid, dat verzekeraars kunnen bijdragen aan een oplossing voor de woningmarktproblemen.”

Vier oplossingsrichtingen

Om de kredietverstrekking op de woningmarkt op gang te helpen, ziet het Verbond vier oplossingsrichtingen. Allereerst moeten verzekeraars de securitisaties van banken kunnen blijven kopen. “Securitisaties zijn verpakte hypotheken, die verzekeraars van anderen (zoals banken) kopen om het geld voor langere tijd veilig te stellen. Op dit moment dreigt Brussel de koop van die securitisaties te verhinderen, omdat er plannen liggen om extreem hoge (en dus onaantrekkelijke) kapitaalseisen in te voeren, die gebaseerd zijn op Amerikaanse subprime hypotheken. In onze ogen een fout in de conceptregelgeving.”

Een tweede manier om meer geld beschikbaar te krijgen, is volgens De Boer voor de hand liggend: “Laat kopers zelf meer geld meebrengen, bijvoorbeeld via bouwsparen. Omdat de maximale hoogte van de hypotheeklening in de toekomst gaat dalen, moet de huizenkoper straks meer eigen geld meebrengen. Prima, maar dat moet je dan wel faciliteren. Bijvoorbeeld door ‘sparen voor wonen’ te stimuleren, waarbij de overheid tien procent subsidie over de inleg in het vooruitzicht stelt.”

Een derde oplossingsrichting is om het voor verzekeraars aantrekkelijker te maken om meer hypotheken te verstrekken of er meer in te beleggen. De Boer: “Verzekeraars hebben veel kapitaal, maar worden door de huidige toezichtregels nu niet gestimuleerd om dat te investeren in de woningmarkt. Ze moeten investeringen in hypotheken nu waarderen op exit value: de geschatte prijs die ze ontvangen als de belegging op dit moment zou moeten worden verkocht op de markt. Verzekeraars hebben echter een langetermijnfocus. Ze investeren in hypotheken met de insteek beleggingen tot het einde van de looptijd aan te houden en niet om ze tussendoor te verkopen.”

De laatste suggestie die De Boer van de hand deed, is om de netto schuldpositie van huishoudens inzichtelijker te maken. “Nederland heeft een hypotheekschuld van 650 miljard euro, maar in dat bedrag wordt niet rekening gehouden met het feit dat veel huizenbezitters via een kapitaalverzekering sparen om de schuld af te lossen. Dat spaarsaldo bedraagt momenteel zo’n 40 miljard euro, wat uiteindelijk verder oploopt tot 200 miljard als mensen hun hypotheek aflossen. De hypotheekschuld wordt gecompenseerd door dit bedrag en dat zou inzichtelijk moeten worden gemaakt. Voor investeerders en kredietbeoordelaars wordt dan duidelijk dat de Nederlandse positie veel gunstiger is dan vaak wordt gedacht.”

GEEN REACTIES