(Findinet) Toezichthouders willen verruiming transparantiebepalingen

In de samenleving een grotere roep ontstaan om meer openheid. Dit dwingt tot een heroverweging van de bestaande transparantiebepalingen.

Dat schrijft het Markttoezichthoudersberaad, bestaande uit AFM, Consumentenautoriteit, CPB, DNB, NMa, NZa en OPTA in hun Kaderstellende Visie op Toezicht ‘Effectief Markttoezicht’.

“Transparantie richt zich op ondertoezichtgestelden, de politiek, de media en het beleid, maar met name ook op consumenten. Het is van groot belang dat toezichthouders uitleggen waarom ze doen wat ze doen en wat dat consumenten oplevert. In aanvulling daarop stelt transparantie de toezichthouder in staat in de richting van consumenten aan te geven wat deze kunnen doen om zelf hun positie te verbeteren.

De markttoezichthouders onderschrijven het belang van transparantie, en de verschillende doeleinden die hiermee kunnen worden verwezenlijkt. Transparantie creëert draagvlak voor het toezicht. Niet alleen door gemaakte keuzes uit te leggen, maar ook door helder aan te geven wat de toezichthouder wel en niet kan, en waar zij tegen de grenzen van haar bevoegdheden loopt.

Daarnaast dient transparantie een belangrijk handhavingsdoel. Door (sanctie)besluiten openbaar te maken, kunnen toezichthouders een bredere gedragsverandering in de markt bewerkstelligen en spontane naleving bevorderen. Dit middel is des te belangrijker als markttoezichthouders keuzes moeten maken of prioriteiten moeten stellen in hun handhavend optreden. Overigens stellen wetgeving en rechtspraak grenzen aan de publicatie van sanctiebesluiten, met name indien daarbij de namen van de betrokken ondernemingen openbaar worden gemaakt. Mogelijk vergt dit in de toekomst een nadere keuze door de wetgever.

Onderzoeken door markttoezichthouders kenmerken zich door een hoge mate van gevoeligheid en (bedrijfs)vertrouwelijkheid. Dat maakt dat een toezichthouder met de huidige stand van zaken niet altijd aan de door de buitenwereld gewenste mate van transparantie kan voldoen. De wettelijke bepalingen rondom transparantie stammen over het algemeen uit een periode waarin markttoezicht nog relatief onbekend was. De wetgever heeft er toen voor gekozen om de kans op voor de ondertoezichtgestelden onomkeerbare imagoschade te beperken.

Markttoezicht heeft zich in de laatste tien jaar in Nederland verder ontwikkeld. Markttoezichthouders zijn zich zeer wel bewust van de impact van hun handelen. Daarnaast is in de samenleving een grotere roep ontstaan om meer openheid. Dit dwingt tot een heroverweging van de bestaande transparantiebepalingen. Maatwerk door de wetgever en de toezichthouder is hier de sleutel. Wat voor de ene markttoezichthouder wenselijke transparantie is, hoeft dat niet te zijn voor de andere markttoezichthouder.”

GEEN REACTIES