Toestemming afkoop lijfrente creëert voor curator geen rechten

Rechter-commissaris geeft toestemming tot afkoop van een door gefailleerde afgesloten lijfrenteverzekering. Curator wordt gehouden aan afkoopverbod in de polis.

De gefailleerde heeft bij NN een lijfrentepolis afgesloten. De curator heeft NN bericht dat hij de lijfrentepolis wil afkopen. NN heeft dat, op grond van de polisvoorwaarden, geweigerd. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de curator tot betaling door NN van de afkoopwaarde van de polis ad € 8.057,00, vermeerderd met rente en kosten, afgewezen op de grond dat niet was gebleken van toestemming door de rechter-commissaris. Dit vonnis wordt in hoger beroep door het gerechtshof Arnhem bevestigd.

Het geschil spitst zich toe op de vraag of NN verplicht is om mee te werken aan afkoop door de curator van de door gefailleerde bij NN afgesloten lijfrentepolis. Bij de beoordeling van deze vraag stelt het hof voorop dat de faillietverklaring in beginsel geen gevolgen heeft voor reeds bestaande verplichtingen uit wederkerige overeenkomsten en daarin opgenomen voorwaarden. De curator kan ten aanzien van de lijfrentepolis in beginsel alleen die beschikkingshandelingen verrichten die de verzekeringnemer toekomen.
Niet in geschil is dat in de polis een afkoopverbod is opgenomen.

Het door de curator gedane beroep op artikel 22a Fw faalt. Deze bepaling heeft niet de strekking om de bevoegdheden van de curator uit te breiden maar juist om de mogelijkheid om bestaande bevoegdheden uit te oefenen te beperken, en afhankelijk te maken van toestemming door de rechter-commissaris. Een op grond van artikel 22a Fw gegeven toestemming door de rechter-commissaris om tot afkoop over te gaan, creëert voor de curator geen bevoegdheid die hem op grond van het in de polisvoorwaarden opgenomen afkoopverbod niet toekomt.

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES