Terugstorting pensioenmiljarden blijft onopgehelderd

Te duur en te omslachtig. Dat zijn de argumenten om het pilotonderzoek naar de terug- en bijstortingen van pensioenfondsen tussen 1985 en 2011 niet voort te zetten.

Onder aanvoering van Pieter Omtzigt (CDA) heeft de Tweede Kamer de minister van Sociale Zaken enWerkgelegenheid gevraagd een uiterste inspanning te doen om een overzicht mogelijk te maken van ondernemingspensioenfondsen die in de periode 1985 tot 2005 middelen hebben teruggestort naar de onderneming en van de bedragen die ermee gemoeid zijn gegaan. De Kamer vindt het in het licht van eventuele besluiten van pensioenfondsen om pensioenen in 2013 te korten van belang dat deelnemers en sociale partners, geïnformeerd worden over mogelijke terugstortingen in het verleden. De minister heeft in maart 2012 toegezegd een pilot onder vijf geselecteerde ondernemingspensioenfondsen te

zullen laten uitvoeren, waarbij eveneens naar eventuele bijstortingen zal worden gekeken.

PwC heeft onderzoek gedaan en maakt niet openbaar bij welke pensioenfondsen informatie is opgevraagd. Eén fonds heeft van de onderneming bijstortingen ontvangen. Bij twee fondsen is sprake van terugstortingen naar de ondernemingen. De sponsors hebben in totaal 2,3 miljard euro terugontvangen, tegenover 1,3 miljard bijstorting.

Het onderzoek vond plaats bij ondernemingspensioenfondsen. Gewezen wordt op het feit dat de terugstortingen plaatsvonden naar aanleiding van de nieuwe wetgeving die dreigde de vrije reserves van de fondsen fiscaal af te romen.

Hoewel het dus om mutaties gaat waarbij zoals al eerder verondersteld miljarden gemoeid zijn, is het voorstel om aan de pilot geen vervolg te geven. PwC heeft berekend dat een integraal onderzoek zo’n 7 miljoen euro zou gaan kosten en het de vraag is of alle fondsen nog wel over alle gegevens beschikken. Er zouden honderden mensuren mee gemoeid zijn om dat uit te zoeken.

Staatssecretaris Klijnsma vindt zo’n onderzoek ook niet nodig omdat in de pilot geen aanwijzingen zijn gevonden voor terugstortingen in strijd met de financieringsafspraken tussen het pensioenfonds en de onderneming waarvoor de pensioenregeling wordt (of werd) uitgevoerd. “Bij deze afspraken waren vertegenwoordigers van de werkgever, werknemers en soms van gepensioneerden betrokken. Voorts is niet gebleken dat de terugstortingen in strijd waren met wettelijke regels of het toezichtkader.

“Met de terugstortingen zijn dus geen contractuele en wettelijke verplichtingen geschonden. De direct belanghebbenden zijn – op zijn minst – over de terugstortingen geïnformeerd. Ik acht het daarom niet aannemelijk dat informatie over terug- en bijstortingen, voor zover beschikbaar, van betekenis kan zijn voor de besluitvorming over eventuele kortingen in 2013 of latere jaren. De beleidsmatige en politieke conclusies zijn al getrokken bij de Pensioenwet van 2007. Sindsdien gelden strikte voorwaarden voor terugstortingen door pensioenfondsen.”

GEEN REACTIES