Regering pareert misplaatste aanval op Netspar

Netspar heeft een welkome bijdrage geleverd aan de verbreding en verdieping van pensioenkennis De overheid profiteert daar in ruime mate van.

Het compliment komt van staatssecretaris Jetta Klijnsma. Directe aanleiding zijn Kamervragen van Eerste Kamerlid Kees de Lange (OSF), die expliciet de zelfstandigheid van Netspar in twijfel trekt.

Aanleiding daarvoor is het hem onwelgevallige pensioenakkoord tussen jongeren- en ouderenorganisaties.

Dat akkoord is tot stand gekomen onder begeleiding van Lans Bovenberg en Theo Nijman, respectievelijk oprichter en directeur van Netspar. Dat akkoord mag niet richtinggevend zijn voor de publieke discussie, vindt De Lange, omdat een aantal ouderenkoepels die hem kennelijk na aan het hart liggen zich daarvan hebben gedistancieerd.

Hij zet in zijn vragen de aanval in op Netspar, die naar zijn mening haar tentakels wel erg breed heeft uitgespreid in de pensioenwereld. Hij verzucht althans: “Tevens valt het op dat in bijna alle discussies, uitgebrachte adviezen, en commissies NetSpar-geaffilieerden een belangrijke rol gespeeld hebben of spelen. Hierbij wordt ook gedacht aan ambtenaren en oud-ambtenaren die in adviesraden van Netspar zitten, en discussiepapers en lezingen hebben verzorgd.” Hij vraagt de staatssecretaris dat te illustreren met een lijst “van alle Netspar-geaffilieerde personen (niet-ambtenaren) die in de laatste vijf jaar op enige wijze een bijdrage hebben gegeven aan Uw beleidsvorming.”

De staatssecretaris bespaart zich die moeite door de vragensteller te verwijzen naar de website van netspar.

De Lange somt op door welke organisaties Netspar gefinancierd wordt. Uit het feit dat het gaat om ministeries, toezichthouders, pensioenfondsen, verzekeraars, adviesbureaus en de Universiteit van Tilburg ligt de conclusie voor de hand dat alleen al daardoor de onafhankelijkheid geen discussiepunt kan zijn.

De Lange put daar een heel eigen theorie uit en vraagt “of het mogelijk is dat een instituut dat financieel zo verstrengeld is met de overheid, pensioenfondsen en verzekeraars nog beschouwd kan worden als een onafhankelijk wetenschappelijk adviseur? Kan het met name worden geacht de belangen van de 3,2 miljoen gepensioneerden, die geen financiële steun kunnen geven aan NetSpar, op juiste wijze mee te wegen?”

Waarbij hij kennelijk over het hoofd ziet dat die gepensioneerden indirect bijdragen aan de financiering door de belastinggelden die aan de ministeries ten goede komen, maar dat terzijde.

Het antwoord van Klijnsma houdt een regelrechte pluim in voor Netspar:

“Het instituut Netspar organiseert en faciliteert dat beschikbare financiële middelen worden uitgezet voor onderzoek bij wetenschappers, in dienst bij Nederlandse alsmede buitenlandse universiteiten, of bij andere instituten zoals het CPB. Het staat (groepen van) onderzoekers vrij om hierop in te tekenen. Netspar ziet toe op de wetenschappelijke kwaliteit van dat onderzoek, en houdt zich daarbij niet bezig met deelbelangen van welke groep dan ook. Netspar heeft daarmee een welkome bijdrage geleverd aan de verbreding en verdieping van pensioenkennis in Nederland. Bij de herziening van het pensioenstelsel profiteert de overheid daar in ruime mate van. Het geven van overheidssubsidie betekent heel duidelijk niet dat de overheid invloed heeft op de inhoud van uitingen van bij Netspar aangesloten wetenschappers. De governance-structuur van Netspar borgt mijns inziens de onafhankelijkheid voldoende. Tevens merk ik op dat Netspar zelf geen advies geeft aan de Nederlandse overheid.”

GEEN REACTIES