Provisie bij intermediairswijziging

Het mantelcontract zelf is geen verzekering en de werkzaamheden bij de totstandkoming hiervan zijn geen bemiddelingswerkzaamheden waarvoor aanspraak op provisie bestaat.

De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan in een geschil over provisiebetaling bij intermediairswijziging op verzoek van de klant (ECLI:NL:RBGEL:2014:6868).

De casus laat zich als volgt schetsen: eiseres is een bemiddelaar en heeft een samenwerkingsovereenkomst met VGZ Zorgverzekeraar N.V. op grond waarvan zij bevoegd is te bemiddelen in zorgverzekeringen van VGZ. Eiseres heeft geholpen bij de totstandkoming van een driejarig collectief zorgcontract (mantelcontract) met Oracle B.V., haar klant, en heeft vervolgens bemiddeld bij de individuele zorgverzekeringen met de werknemers van Oracle. Al naar één jaar besluit Oracle echter over te stappen naar een andere adviseur, die op haar beurt bemiddelt tussen VGZ en de werknemers van Oracle inzake hun zorgverzekering. Hoewel VGZ ook met de nieuwe adviseur een samenwerkingsovereenkomst heeft en haar provisie betaalt voor de verleende bemiddeling, maakt eiseres aanspraak op provisie voor de duur van het mantelcontract. Kort en goed meent eiseres dat de provisie mede is bedoeld voor haar bemoeienissen bij de totstandkoming van het mantelcontract en gespreid zou worden betaald over de duur (drie jaar) van dit contract. De rechtbank volgt haar daar echter niet in.

De rechtbank grijpt terug op de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen. Op grond hiervan heeft eiseres recht op provisie voor de door haar verleende bemiddeling. Provisie wordt betaald naar rato van het aantal betalende verzekerden. Voor de vraag wat onder bemiddeling moet worden verstaan, verwijst de samenwerkingsovereenkomst naar de definitie in de Wet op het financieel toezicht. Het moet gaan om ‘werkzaamheden in de uitoefening van beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een verzekering tussen een cliënt en een verzekeraar of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering.’ Omdat Oracle met haar werknemers is overgestapt naar een andere adviseur, staat vast dat eiseres na november 2013 geen bemiddelingswerkzaamheden meer verricht voor de werknemers van Oracle en op die grond dus ook geen aanspraak meer heeft op provisie.

De rechtbank beoordeelt vervolgens of de provisie mede is bedoeld voor werkzaamheden verricht in het kader van de totstandkoming van het mantelcontract. Het mantelcontract, dat haar grondslag vindt in artikel 18 van de Zorgverzekeringswet, bevat echter slechts de voorwaarden waaronder de werknemers van Oracle bij VGZ een zorgverzekering kunnen sluiten. Het mantelcontract zelf is uitdrukkelijk geen verzekering en de verrichte werkzaamheden van eiseres bij de totstandkoming hiervan, kunnen dus ook niet aangemerkt worden als bemiddelingswerkzaamheden in de zin van de Wft, waarvoor op grond van de samenwerkingsovereenkomst een aanspraak op provisie bestaat.

In zoverre kan ook de stelling van eiseres dat zij voor haar werkzaamheden bij de totstandkoming van het mantelcontract aanspraak zou hebben op provisie gespreid over de looptijd van het zorgcontract niet slagen. Het mantelcontract is feitelijk een investering voor eiseres om vervolgens te kunnen bemiddelen in individuele zorgverzekeringen voor de werknemers waar wel een provisie tegenover staat.

Eiseres had tot slot nog betoogd dat het in de branche gebruikelijk is dat bij intermediairswijzigingen bij mantelcontracten op verzoek van de klant, de overdragende bemiddelaar aanspraak op provisie behoudt voor de resterende looptijd van het mantelcontract. Bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing, passeert de rechtbank dat standpunt echter. Hoewel er ongetwijfeld uitzonderingen zijn die de regel bevestigen, sluiten de door VGZ gehanteerde provisieaanspraken ook aan bij de systematiek van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (Wabb), één van de voorlopers van de Wft. Op grond van artikel 17 lid 2 Wabb behield bij overboeking van een verzekering naar de portefeuille van een andere bemiddelaar, de oude bemiddelaar de aanspraak op provisie “tot het einde van het lopende verzekeringsjaar indien het een levensverzekering betreft en indien het een schadeverzekering betreft tot de eerstvolgende contractsvervaldatum van de verzekering.”

Het wettelijk recht op provisie – oorspronkelijk onderdeel van het wettelijk portefeuillerecht – is met het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit in 2002 geschrapt. Provisie bij schade- en zorgverzekeringen is nog steeds toegestaan, maar het wordt nu wel uitdrukkelijk aan partijen overgelaten hier zelf contractuele afspraken over te maken. Het uitgangspunt in de samenwerkingsovereenkomst tussen eiseres en VGZ dat eiseres alleen aanspraak heeft op provisie voor bemiddelingswerkzaamheden en dat bij intermediairwijziging die aanspraak overgaat op de nieuwe bemiddelaar, komt echter wel overeen met artikel 17 lid 2 Wabb en is logisch. Van een verzekeraar zal niet kunnen worden verlangd dat deze tweemaal provisie betaalt over dezelfde verzekering.

Michiel Claassen

Advocaat bij Lauxtermann Advocaten in Amsterdam

GEEN REACTIES