Pensioenwetgever moet doorpakken en invaarrisico overnemen

René Maatman vraagt zich af waarom we zo lang moeten wachten op een nieuw financieel toetsingskader.

De hoogleraar Vermogensbeheer (Radboud Universiteit Nijmegen) en advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek heeft wel een vermoeden, schrijft hij op de website MeJudice.

“De snelle conclusie van Klijnsma dat de tussenvariant niet hoeft te worden ‘ingevaren’ is volgens mij een onjuiste aanname. Invaren valt niet te vermijden. Is de staatssecretaris ook tot die conclusie gekomen? Is dat de reden waarom we zo lang moeten wachten op haar wetsvoorstel?”

Hoe dan ook, stelt Maatman, leiden wijziging van het pensioencontract en wijziging van het FTK tot invaren en tot invaarproblematiek. Echt juridische consequenties zal dat niet hebben, meent hij.

“De wetgever is bevoegd het FTK te wijzigen. De Staat heeft goede argumenten om te onderbouwen dat er een gerechtvaardigd algemeen belang is om het pensioenstelsel te wijzigen. Die zijn terug te voeren op de vergrijzing, de stijgende levensverwachting en de frequentie en diepte van financiële schokken. Bovendien blijkt uit de jurisprudentie van het Europees Hof dat een schending van het EVRM niet snel wordt aangenomen. Bij veranderingen in het pensioenstelsel kent het Hof veel gewicht toe aan het argument dat wetswijziging noodzakelijk is voor de financiële houdbaarheid het pensioenstelsel. Ook de Europese Pensioenfondsenrichtlijn biedt veel ruimte aan de wetgever om het FTK te wijzigen.”

Gedoe

Maar wel leidt het invaren tot gedoe. Gepensioneerden zullen verontwaardigd zijn.

Als de pensioenfondsen gebruik gaan maken van hun wettelijke mogelijkheden om de pensioenrechten te wijzigen, zal dat stemmingmakerij leiden. “Het ‘gedoe’ en de stemmingmakerij gaat gepaard met schade aan het vertrouwen in het pensioenfonds en het maatschappelijk draagvlak van het pensioenstelsel. Langlopende procedures vergen veel managementaandacht en leiden pensioenfondsen af van de uitvoering van hun kerntaken. Zij brengen hoge kosten met zich mee.”

De oplossing van Maatman: Laat de wetgever het onvermijdelijke invaarrisico absorberen. Die is beter in staat zich te verweren in juridische procedures. “Bovendien heeft de wetgever nu eenmaal tot taak soms maatregelen te treffen die als onaangenaam worden ervaren maar die niettemin noodzakelijk zijn in het algemeen belang.

De Staat zal te maken krijgen met invaarproblematiek,maar de kans dat dit leidt tot financiële aansprakelijkheid, lijkt mij uiterst klein. Om díe reden hoeft de staatssecretaris niet te wachten met haar wetsvoorstel.”

GEEN REACTIES