Omtzigt kritisch over “pensioenakkoord met veel losse eindjes”

“Eenvoud zou een doel op zich moeten zijn, maar door het akkoord wordt het pensioenstelsel nog ingewikkelder en valt het helemaal niet meer uit te leggen.”

Tweede Kamerlid voor het CDA Pieter Omtzigt gaat “op hoofdlijnen” akkoord met het pensioenakkoord, maar plaatste tijdens het door ITDS georganiseerde Social Network Pensioen 2020 tal van kritische kanttekeningen.

Zijn bezwaren hebben vooral betrekking op

  • het woud van verschillende regelingen die gaan ontstaan
  • de mogelijkheid van perverse prikkels in het beleggingsbeleid van de fondsen
  • de discontovoeten die de sociale partners hanteren
  • – het ontbreken van verplichte informatiedocumenten zoals een financiële bijsluiter
  • onvoldoende regels over (het afleggen van verantwoording over) de zorgplicht.

“De Tweede Kamer zal in grote meerderheid akkoord gaan met het pensioenakkoord, althans als dat in stand blijft nadat de vakbonden hebben gesproken. Haalt het akkoord het niet, dan krijgen we een wat kalere variant omdat dan wordt teruggegrepen op het regeerakkoord. In dat geval wordt het pensioencontract niet gemoderniseerd.”

Omtzigt constateerde dat de verantwoordelijkheden met betrekking tot de eerste en tweede pijler behoorlijk door elkaar aan het lopen zijn. “Wij gaan niet over de tweede pijler, dat is een zaak van werkgevers en werknemers. Maar toch zal de politiek zich daarmee moeten bemoeien.”Hij legde daarbij niet de nadruk op het feit dat de wetgever de fiscale grenzen stelt, maar vindt dat de politieke verantwoordelijkheid gebaseerd is op de verplichtstelling. “Aan de andere kant is het gekke van het pensioenakkoord dat het veel passages bevat over de AOW. Daar gaat de politiek over. En datzelfde geldt over het financieel toetsingskader waar sociale partners ook opmerkingen over maken.”

Veel losse eindjes

“Ook als het akkoord akkoord is, blijven er veel losse eindjes”, aldus Omtzigt. “Niet voor niets hebben we een breed ondersteunde motie ingediend waarin we de regering en de sociale partners verzoeken zeer prudente keuzes te maken en in de nadere uitwerking van het voorstel en uit te gaan van een prudente discontovoet en de perverse prikkel om meer risicovol te beleggen wanneer een fonds in de problemen zit, weg te nemen.” “Wat dat betreft vind ik de vergelijking van de vier discontovoeten in het akkoord een beetje tegenvallen. Je moet je afvragen of er voldoende geld overblijft voor de volgende generaties als je de eerste tien jaar voluit mag blijven indexeren.”

De ingewikkeldheid van de pensioenregelingen is hem een doorn in het oog. “Eenvoud zou een doel op zich moeten zijn, maar door het akkoord wordt het pensioenstelsel nog ingewikkelder en valt het helemaal niet meer uit te leggen. Er bestaan teveel verschillende regelingen naast elkaar en daardoor blijft overdracht een groot probleem. Laten we de afspraak maken dat we allemaal op dezelfde manier pensioen gaan opbouwen”, was zijn oproep aan sociale partners.

Ontransparante kosten

Verzekeraars worden er vaak van beschuldigd dat hun kosten niet transparant zijn. “Ook pensioenfondsen hebben hier nog grote stappen te maken”, aldus Omtzigt die verwees naar de rechtszaak van PME waarin bleek dat het fondsbestuur geen benul had van de hoogte van de kosten die de vermogensbeheerder in rekening bracht. “En het is bepaald niet zo dat hogere kosten tot een beter rendement leiden.” In dat verband vond hij “het gek dat de Wft-eisen met betrekking tot verplichte informatieverstrekking en de zorgplicht niet gelden voor pensioenfondsen.” Als ik een kleine levensverzekering afsluit, krijg ik een financiële bijsluiter en een risicometer. Maar als ik verplicht deelneem aan een pensioenregeling wordt ik niet beschermd door allerlei wettelijke zorgplichtbepalingen.”

GEEN REACTIES