Nieuw toetskader haalt risico’s op hypotheekmarkt niet weg

рDe risico’s die huishoudens op hun bestaande hypotheekconstructie lopen veranderen niet als gevolg van het nieuwe kader. Hier ligt een taak voor de adviseur.с

Deze boodschap gaf AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren mee aan de aanwezigen op het SEH-congres 2011. “Wat deze huishoudens kunnen doen is in overleg met hun adviseur, u dus, nagaan of ze de risico’s nog steeds aanvaardbaar vinden en of ze in staat zijn deze in enige mate te beperken. Een dergelijk adviesgesprek zou wel eens, ook in de ogen van deze huishoudens, van grote toegevoegde waarde kunnen zijn.

Met name huishoudens die een hypotheek geheel of deels gekoppeld hebben aan een beleggingsverzekering kunnen een aanmerkelijk restschuldrisico lopen. De idee van deze zogenoemde beleggingshypotheken is dat de hypotheek aan het eind van de looptijd wordt afgelost door het opgebouwde vermogen via de beleggingen. Deze beleggingen zijn natuurlijk onzeker qua omvang. Het gevolg is dat er een aanzienlijke kans is dat een gezin de hypotheek niet geheel kan aflossen en met een restschuld blijft zitten. Een ruwe inschatting geeft aan dat er ruim 300 duizend van dergelijke hypotheken momenteel nog lopen.”

Kockelkoren herinnerde eraan dat de AFM in 2003 een rapport over deze beleggingshypotheken publiceerde en daarin aantoonde dat in typische gevallen de kans dat de hypotheek helemaal afgelost kan worden lager ligt dan 50%. De producten hadden een 10% kans dat klanten met een restschuld van omstreeks de helft van de hypotheek bleven zitten en er was een kans van 1 op 3 dat meer dan een kwart van de hypotheek niet afgelost kon worden. “Deze berekeningen gingen uit van historisch langjarige gemiddelde rendementen. De afgelopen 10 jaar lagen de rendementen duidelijk lager. De kans op een aanzienlijke restschuld zal dus nog groter zijn.”

Zorgplicht

Aflossingsvrije hypotheken hebben voor een aanzienlijk grotere kans op restschuld gezorgd. De AFM heeft dan ook de banken geadviseerd hun aflossingsvrije hypotheekklanten te benaderen om na te gaan hoe de klant wil aflossen. Kockelkoren: “Hoe eerder mogelijke problemen naar voren komen en een oplossing wordt vormgegeven, hoe meer pijn vermeden kan worden. Banken die met onafhankelijke intermediairs werken zullen dit uiteraard in samenwerking met deze intermediairs moeten oppakken. Een dergelijke aanpak past binnen de doorlopende zorgplicht die bank en adviseur zouden moeten voelen en die ze met de huidige praktijk civielrechtelijk ook niet kunnen ontlopen.

Hoe de doorlopende zorgplicht eruit ziet na het provisieverbod zal afhangen van de rol van financiële instelling. en bank die alleen eigen producten verkoopt, zal deze doorlopende zorgplicht altijd hebben. Immers, deze bank heeft een dertig jarig contract gesloten met een klant en het zal er bij een rechter niet snel ingaan dat een doorlopende ‘onderhoudsplicht’ uitgesloten is in de overeenkomst van dienstverlening.”

Kockelkoren erkende dat een adviseur expliciet kan overeenkomen dat hij alleen een advies bij het aangaan van de hypotheek geeft. “Het is te betwijfelen of een bank met dergelijke adviseurs blij zal zijn. Het is bovendien te betwijfelen of een klant ook achteraf nog blij zal zijn met een dergelijke constructie. Verder is te hopen dat iedere adviseur zijn vak serieus neemt en een langdurige relatie met zijn klanten nastreeft. Het uitsluiten van een doorlopende vorm van dienstverlening past hem dan ook niet. Zoiets zou eerder bij sterk transactiegedreven verkopers thuishoren, maar die wilden we juist niet meer in deze markt hebben.”

GEEN REACTIES