Nederlanders lijden 2,5 miljard euro schade door criminaliteit

Nederlanders lijden 2,5 miljard euro schade door criminaliteit
© Mohamed Hassan, Pixabay

In 2021 waren Nederlanders naar eigen zeggen slachtoffer van 4,2 miljoen delicten die directe financiële schade tot gevolg hadden: 3,2 miljoen vermogensdelicten en 1 miljoen vernielingen. De gerapporteerde schade bedroeg 2,5 miljard euro.

Ongeveer een derde van dit bedrag (0,8 miljard euro) kregen de slachtoffers terug van financiële dienstverleners zoals banken en verzekeraars. Voertuigdiefstal en vernieling vormden de grootste schadeposten voor financiële dienstverleners.

Dit meldt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2021, een tweejaarlijkse enquête van het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Voor het eerst werd hierbij gevraagd naar de directe financiële schade geleden door criminaliteit. Dat wil zeggen: de directe schade bij vermogensdelicten of vernieling. De indirecte financiële schade, bijvoorbeeld de tijd die het slachtoffer kwijt is aan het oplossen van de problemen of kosten voor bijvoorbeeld alternatief vervoer, is niet meegenomen.

Grootste schadeposten

Fraude bij online aankopen kwam met 1,3 miljoen delicten het vaakst voor. De totale schade lag met 238 miljoen euro relatief hoog. Tegelijkertijd is dit het delict met de laagste schadebedragen: de helft ervan lag onder de 50 euro.

Autodiefstal kent per delict de hoogste schade, maar komt relatief weinig voor: volgens opgave in de enquête werden 10.000 auto’s gestolen. Veel meer auto’s werden vernield: 557.000, waarbij in de helft van de gevallen de schade ten minste 600 euro bedroeg. Vernieling van auto’s leidde tot een schade van in totaal 444 miljoen euro.

Andere grote schadepost is fietsendiefstal: er werden ruim 700.000 fietsen gestolen. De helft daarvan was minder waard dan 300 euro, maar de totaalschade bedroeg al met al 404 miljoen euro. Vernieling van auto’s en fietsdiefstal veroorzaakten in 2021 de grootste financiële schade onder burgers.

Fraude in betalingsverkeer

Fraude in het betalingsverkeer werd naar schatting 157.000 keer gepleegd. Hieronder vallen vormen van criminaliteit waarbij de dader toegang kreeg tot de rekening van het slachtoffer (bancaire fraude). Bij 82.000 delicten ging het om deze vorm van fraude; bij de helft hiervan bleef de schade gelukkig beperkt tot maximaal 400 euro. Bij andere vormen van fraude (niet-bancaire fraude) maakt het slachtoffer zelf geld over naar een crimineel, meestal naar aanleiding van spoofing.

Spoofing

Bij spoofing nemen criminelen een andere identiteit aan, met als doel het slachtoffer over te halen geld over te maken, of toegang tot diens rekening te bieden. In 2021 werden 97.000 mensen slachtoffer van deze vorm van online criminaliteit. De schade bedroeg in totaal 261 miljoen euro, een kleine 2.700 euro gemiddeld per slachtoffer, en 11 procent van de totale financiële schade door criminaliteit. Driekwart van de slachtoffers maakte zelf het geld over naar de oplichter.

Een deel hiervan betrof bankspoofing, een delict waarbij de oplichter zich voordoet als een medewerker van de bank. Dit eiste 18.000 slachtoffers. De helft van deze gedupeerden leed ten minste 4.000 euro schade. De schade was in totaal 94 miljoen euro. Meer mensen (26.000) werden slachtoffer van ‘vriend-in-noodfraude’. De helft van hen betaalde minstens 2.000 euro aan zogenaamde vrienden of familieleden. De totale schade door dit delict was 73 miljoen euro.

© CBS

Schade vergoed

Financiële dienstverleners zoals banken, verzekeraars, creditcardmaatschappijen en online betaaldiensten vergoedden volgens de slachtoffers in totaal 829 miljoen euro. Dat is 34 procent van de totale schade van 2,5 miljard euro.

De uitgekeerde schadebedragen waren het grootst bij fietsdiefstal en vernieling van auto’s. Voertuigdiefstal en vernieling vormden dan ook de grootste schadeposten voor de financiële dienstverleners. Hiervoor werd achtereenvolgens 235 en 188 miljoen euro aan slachtoffers uitgekeerd. Aan slachtoffers van online criminaliteit werd in totaal 212 miljoen euro uitgekeerd.

Naar verhouding werd de meeste schade vergoed bij bancaire fraude: 56 procent (89 miljoen euro) van de totale schadelast werd door de financiële dienstverleners aan de slachtoffers uitgekeerd.

Bij daders teruggevorderd

Van de aanvankelijke totaalschade van 261 miljoen euro van niet-bancaire fraude kregen de slachtoffers 121 miljoen euro terug (46 procent). 70 miljoen hiervan betrof vergoedingen voor bankspoofing door banken, creditcardmaatschappijen en online betaaldiensten. De overige 51 miljoen euro terugbetaalde schade had betrekking op de andere vormen van spoofing en werd grotendeels bij de daders teruggevorderd.

Bron: CBS

GEEN REACTIES