Kosten bij pensioenpremieovereenkomsten niet duidelijk

De informatie over kosten bij pensioenregelingen in de vorm van premieovereenkomsten moet duidelijker. Deelnemers moeten weten welk deel van de premie wordt besteed aan pensioenopbouw, aan kosten en aan premies voor risicoverzekeringen.

Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat dit inzicht nu meestal niet gegeven wordt. De AFM adviseert nieuwe deelnemers aan een premieovereenkomst te controleren of de informatie over de kosten is opgenomen in de startbrief. Bij onduidelijkheid of vragen moeten deelnemers contact opnemen met hun pensioenfonds of pensioenverzekeraar.

De AFM heeft de startbrieven van een representatieve selectie van pensioenuitvoerders met premieovereenkomsten onderzocht. Slechts 7% van de onderzochte startbrieven voldeed aan alle wettelijke transparantieverplichtingen. In de startbrief moet door de pensioenuitvoerder een duidelijke opgave van de kosten zijn opgenomen. Bij meer dan de helft van de onderzochte startbrieven (56%) ontbrak dit overzicht van de kosten. Sommige uitvoerders gaan er ten onrechte vanuit dat als er geen kosten worden gerekend dit niet gemeld hoeft te worden in de brief. De AFM acht het in het belang van de deelnemer dat ook wanneer er uitsluitend wordt gespaard en er geen kosten en risicopremies in rekening worden gebracht, dit wordt vermeld.

Versnipperde informatie

De informatie over kosten staat vaak verspreid in de documentatie, waardoor voor de deelnemer overzicht ontbreekt. De AFM adviseert pensioenuitvoerders om de kosten in een duidelijk overzicht op te nemen, zodat deelnemers in één oogopslag zien welke kosten er in rekening worden gebracht. Het is dan voor de deelnemer ook duidelijk wanneer er geen kosten worden ingehouden op de premie.

Hoogte van de kosten

De hoogte van de kosten van de onderzochte premieovereenkomsten is erg verschillend en varieert van nul cent tot 35 cent per beschikbare euro aan premie.  Voor het onderzoek is een aantal premieovereenkomsten doorgerekend, hierbij wordt gemiddeld van iedere euro premie 79 cent aan de opbouw van het pensioen besteed, 16 cent aan kosten en 5 cent aan risicopremies (overlijdensrisico en arbeidsongeschiktheidsrisico).

De individuele bevindingen zijn aan de betrokken pensioenuitvoerders gerapporteerd. De startbrief, inclusief de kostenspecificatie, is sinds 1 januari 2008 verplicht voor pensioenfondsen en sinds 1 januari 2009 voor verzekeraars. De AFM gaat er vanuit dat het voor alle pensioenuitvoerders helder is waar de informatieverstrekking over kosten in de startbrief aan moet voldoen; dat is namelijk bij wet geregeld. Bij nieuwe gevallen zal de AFM dan ook over kunnen gaan tot formele maatregelen.

Over het onderzoek

Voor het onderzoek zijn zowel startbrieven van pensioenfondsen als pensioenverzekeraars onderzocht. Er zijn 175 pensioenuitvoerders die premieovereenkomsten aanbieden, voor het onderzoek zijn bij 43 pensioenuitvoerders de startbrieven onderzocht (25%). Bij deze 43 pensioenuitvoerders zijn in totaal van 57 regelingen de startbrieven onderzocht.

In Nederland zijn grofweg twee soorten pensioenregelingen; de uitkeringsovereenkomst en de premieovereenkomst (beschikbarepremieregeling). Bij de uitkeringsovereenkomst staat van tevoren vast welk pensioen men op de pensioendatum mag verwachten. Bij dit type overeenkomsten is er geen wettelijke verplichting om de kosten aan de deelnemer te vermelden. Bij de premieovereenkomst staat vooraf niet vast welk pensioen de deelnemer krijgt op de pensioendatum. De premie wordt (deels) belegd en van het beschikbare kapitaal wordt vanaf de pensioendatum pensioen uitgekeerd.

GEEN REACTIES