Keurmerk Financiële Dienstverlening naar D&O

D&O heeft een nieuwe vennootschap opgericht waarin het keurmerk in een nieuwe opzet terugkomt.

De vennootschap heeft de eigendom verworven van de naam en het beeldmerk van het keurmerk en komt onder leiding van de D&O-directie Jurjen Oosterbaan Martinius en Annette van de Wetering.

In december 2013 is de Stichting Keurmerk Financiële Dienstverlening failliet verklaard. De activiteiten van het Keurmerk bestonden in hoofdzaak uit het toezicht op de verplichting van de deelnemers om eens in de 18 maanden een audit te laten uitvoeren. Naast aspecten van de Wft werd in deze audit ook aandacht geschonken aan andere elementen die te maken hadden met de kwaliteit van dienstverlening. Voor deze dienstverlening had de Stichting een exclusieve overeenkomst afgesloten met een externe audit organisatie.

Onderzoek Bureau D & O

Nadat de curator besloten had het beeldmerk in het openbaar te verkopen heeft Bureau D & O onderzocht of er mogelijkheden waren om de gedachte van een Keurmerk Financiële Dienstverlening opnieuw op te zetten. Dit onderzoek leidde tot een positief perspectief mits de opzet van het Keurmerk anders zou worden.

Verbreding van dienstverlening en dienende organisatie

Annete van de Wetering: “Wij zien een goed toekomstperspectief voor het keurmerk wanneer aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Wij denken hierbij aan:

  • Het keurmerk moet zich ook gaan richten op financiële dienstverleners buiten de hypothecaire dienstverlening;
  • Hoewel de audit belangrijk onderdeel blijft wordt de dienstverlening naar de deelnemers verbreed met andere aspecten die bijdragen aan de kwaliteit van dienstverlening en de marktpositie van deze deelnemers;
  • De organisatie rondom het Keurmerk moet meer dienend zijn naar de deelnemers;
  • Exclusiviteitsverplichtingen zijn niet meer van deze tijd. Deelnemers moeten binnen randvoorwaarden vrij zijn zelf invulling te geven aan hun verplichtingen van het keurmerk. Dat geldt overigens ook voor diensten van D & O. Deelnemers zijn vrij in hun keuze waar zij hun diensten inkopen.
  • De relatie met de AFM moet zodanig zijn dat de toezichthouder daadwerkelijk een meerwaarde aan deelname door financieel dienstverleners van het Keurmerk ervaart;
  • • Belangrijk voor het succes van het Keurmerk is ook dat aanbieders in het kader van hun ketenverantwoordelijkheid toegevoegde waarde ervaren van het Keurmerk.”

Inventarisatie en dan beslissingen

Van de Wetering: “In de komende dagen maken wij een inventarisatie van de actuele status van de deelnemers. Daarna verzorgen wij voor de bestaande deelnemers voor het eind van deze maand een presentatie over hoe wij het Keurmerk opnieuw willen neerzetten. Deelnemers kunnen daarna beslissen of zij deelnemer willen blijven of niet.

Elk kantoor dat op 1 december 2013 bevoegd was het Keurmerk te voeren mag dit in ieder geval tot 1 mei aanstaande blijven doen. Voor 1 mei vragen wij alle deelnemers een besluit te nemen of zij wel of niet het Keurmerk willen blijven voeren met de nieuwe organisatie die daarbij hoort.

Vanaf midden maart geven wij ook informatie aan financiële dienstverleners die nu nog niet bij het Keurmerk zijn aangesloten. In de tussentijd voeren we verder overleg met verschillende stakeholders. Kortom we gaan er hard aan trekken om het Keurmerk zo snel mogelijk een echt kwaliteitsmerk te laten zijn. Met onze ervaring en de infrastructuur waarop we een beroep kunnen doen denken we dat dit moet gaan lukken”.

GEEN REACTIES