Kamp’s kolderieke kamerbrief over pensioenindexering

In het nieuwe pensioenstelsel moet niet-eenduidige indexatietoezegging wel eenduidig worden gecommuniceerd.

Dit is de conclusie die te trekken is uit de Kamerbrief Indexatiemogelijkheden in het reële contract van minister Kamp.

De inhoud van de brief laat zich als volgt vertalen:

Vraag:

Is in het reële pensioencontract bijvoorbeeld indexatie op basis van 2/3e loonstijging toegestaan?

Antwoord:

Uitgangspunt is dat tenminste indexatie op basis van volledige prijsinflatie moet worden toegezegd omdat deelnemers in een dergelijk contract zullen verwachten dat hun pensioenfonds in ieder geval naar koopkrachtbehoud streeft.

Vraag:

2/3 loonstijging is toch ook een redelijk criterium?

Antwoord:

Misschien wel redelijk, maar dat criterium kan de deelnemers tekort doen omdat de ontwikkeling van lonen en prijzen niet constant in de tijd is.

Vraag:

Wat betekent dat concreet?

Antwoord:

Dat een indexatietoezegging op basis van 2/3 loonstijging lager kan zijn dan een toezegging op basis van volledige prijsinflatie.

Vraag:

Dus pensioenuitvoerders kunnen indexatie op basis van volledige prijsinflatie garanderen?

Antwoord:

Nee. Het is niet belangrijk wat er in werkelijkheid gebeurt met de pensioenen, maar wel om de wijze waarop gecommuniceerd wordt. Dat is namelijk waar het om gaat.

Vraag:

Kunt u dat uitleggen?

Antwoord:

Dat spreekt toch voor zich: je moet een indexatie koppelen aan een eenduidige en volledige maatstaf, zodat deelnemers weten waar zij aan toe zijn. Dat betekent een indexatie op basis van tenminste een volledige prijsinflatie.

Vraag:

Dus dat is de enige grondslag die wordt toegestaan?

Antwoord:

Nou nee, een alternatief voor de eenduidige maatstaf kan natuurlijk ook indeaxtie zijn op basis van een volledige loonstijging.

Vraag:

En met één van die twee eenduidige toezeggingen weet de deelnemer precies waar hij aan toe is?

Antwoord:

Ja, communicatief wel. Uiteraard wordt de feitelijke indexatie in het reële contract bepaald door de uitkomsten van de toepassing van de het aanpassingsmechanisme voor financiële schokken en het levensverwachtingsaanpassingsmechanisme.

Vraag:

Hoe kan de pensioendeelnemer verder duidelijkheid geboden worden?

Antwoord:

Door hem in begrijpelijke taal voorlichting te geven over de afslag op de discontovoet. Ik geef een voorbeeld: “Deze afslag zal in de reële discontovoet ten minste gebaseerd moeten worden op de verwachte prijsinflatie. Bij een indexatietoezegging op basis van de verwachte loonstijging zal de afslag specifiek op die verwachting gebaseerd worden.”

Ook vind ik het belangrijk dat deelnemers weten dat de ene afslag de andere niet is. Om die bewustwording bij te brengen stel ik de volgende formulering voor: “ Deze vaste afslagen zullen periodiek worden vastgesteld als onderdeel van de procedure ter vaststelling van de parameters ftk, waarbij zoveel mogelijk van data uit de markt gebruik zal worden gemaakt.”

Vraag:

Wat is uw eindconclusie?

Antwoord:

Dat ik er terecht op heb aangedrongen dat een belangrijk onderdeel van het nieuwe wetgevende kader voor pensioenen moet zijn dat de communicatie moet worden verhelderd.

Jan Aikens

GEEN REACTIES