Kamp stuurt vernieuwd pensioenakkoord naar Kamer

Risicodeling tussen werkgevers en werknemers, solidariteit en mogelijkheden om vervroegd te stoppen met werken staan centraal in het Kamerdebat over het pensioenakkoord.

De Tweede Kamer debatteert vandaag over het pensioenakkoord, zoals dat is gewijzigd na overleg van de minister met de vakbonden. Voor dit debat heeft de minister in een brief de wijzigingen aangegeven.

Risicodeling

De bepaling dat de huidige premiehoogte als maximum moet gelden, wordt verzacht. Premiewijziging wordt weliswaar geen automatisme binnen de pensioenregeling, maar kan wel het resultaat zijn “van expliciete besluitvorming tussen cao-partijen als onderdeel van een integrale afweging binnen het arbeidsvoorwaardenoverleg”.

In een nadere verklaring van de Stichting van de Arbeid zal worden vastgelegd dat de ontwikkeling van de pensioenregeling een vast onderdeel moet zijn van de agenda van het arbeidsvoorwaardenoverleg. “Ook zal worden aangegeven dat in het nieuwe pensioencontract kan worden geëxpliciteerd onder welke omstandigheden cao-partijen met elkaar in gesprek zullen gaan over een maximale tijdelijke premieaanpassing (omhoog dan wel omlaag) in financieel slechte dan wel goede tijden voor het pensioenfonds”, aldus de minister. VNO-NCW-voorzitter Wientjes heeft al aangegeven dat het hier gaat om “marginale wijzigingen in de premie”.

Werkbonus

Vanaf 1 januari 2013 introduceert het kabinet een werkbonus voor oudere werknemers. Die bonus komt beschikbaar aan werknemers vanaf 61 jaar en bedraagt maximaal 2.350 euro per jaar. Mensen die doorwerken tot hun 65e ontvangen in totaal maximaal vier keer dit bedrag (cumulatief 8.400 op minimumloonniveau en 9.400 euro vanaf 107% van het minimumloon)

In 2020 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd verhoogd naar 66 jaar. Het blijft mogelijk om het AOW-pensioen vanaf 65-jarige leeftijd op te nemen, tegen een actuariële korting van netto 6,5% per jaar. Dit effect wordt kleiner wanneer de werkbonus wordt gebruikt om een deel van het weggevallen AOW-pensioen op 65-jarige leeftijd te overbruggen. Het is dan niet nodig om het AOW-pensioen een heel jaar eerder op nemen, maar slechts vier tot zes maanden eerder. Hierdoor valt de korting van 6,5% per jaar eerder opnemen ook navenant lager uit.
Overgangsregeling levensloopregeling

De levensloopregeling blijft vanaf 2012 open voor deelnemers die op 31 december 2011 ten minste €3.000 op hun levenslooprekening hebben staan. Vanaf 2012 wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd; tot nu toe opgebouwde rechten kunnen wel verzilverd worden bij opname van het spaartegoed. Deelnemers met minder dan €3.000 euro spaargeld kunnen het tegoed in 2012 opnemen of in 2013 onbelast doorstorten naar vitaliteitssparen.

Vitaliteitssparen

Vitaliteitssparen is een regeling in de inkomstenbelasting en is derhalve toegankelijk voor werknemers en zelfstandigen zonder personeel. Met een vitaliteitsspaarregeling kunnen deelnemers fiscaal voordelig sparen: de stortingen zijn fiscaal aftrekbaar in box 1 en er wordt pas belasting geheven bij opname van het tegoed. Daarnaast wordt het opgebouwde tegoed niet belast in box 3. Deelnemers kunnen maximaal € 20.000 sparen; er geldt een jaarlijkse maximum inleg van € 5.000. Deelnemers kunnen jaarlijks maximaal €20.000 opnemen en vervolgens opnieuw sparen tot het maximum weer bereikt is.

Deelnemers bepalen zelf waarvoor en wanneer zij spaargeld opnemen, waarbij vanaf het jaar waarin een deelnemer op 1 januari 62 jaar oud is, per jaar maximaal €10.000 opgenomen mag worden. De gespaarde middelen zijn te gebruiken voor bijvoorbeeld deeltijdpensioen of als aanvulling op het inkomen bij eerder stoppen met werken. Wel dient de opname van het tegoed uiterlijk vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd plaats te vinden.

GEEN REACTIES