Kabinet maakt aanzet tot “zzp-pensioen”

Pensioenbesparingen in de derde pijler, van zowel werknemers als zzp-ers, zullen vanaf 2015 ook vermogensbescherming voor de bijstand krijgen.

Een door het kabinet ingestelde werkgroep legt momenteel de laatste hand aan een pensioenregeling voor zzp-ers. “Deze vrijwillige collectieve pensioenregeling zal worden uitgevoerd door een beleggingsinstelling. Deze regeling biedt flexibiliteit in inleg en uitkering voor de deelnemers.”

Dit staat in de Kamerbrief waarin het Witteveenkader 2015 wordt gepresenteerd.

“In het kader van de nieuwe pensioenregeling voor zzp’ers, hebben zzp-organisaties aangegeven dat zij het wenselijk vinden dat bij arbeidsongeschiktheid het derdepijlerpensioen kan worden aangesproken. Tevens hebben zelfstandigenorganisaties er aandacht voor gevraagd dat derde pijler pensioenvermogen niet beschermd is in geval van een aanvraag van bijstand.

Deze wensen worden gehonoreerd en daarnaast worden aanvullende maatregelen genomen. Daarmee wordt voor zzp’ers een belangrijke uitbreiding en verbetering gerealiseerd van de mogelijkheden om pensioen op te bouwen.”

De volgende maatregelen worden genomen:

Ten eerste wordt een regeling getroffen die erin voorziet om reeds opgebouwd pensioen – binnen zekere grenzen – veilig te stellen, en waarmee dit vermogen bij een beroep op de bijstand niet aangesproken hoeft te worden. Dit verschil tussen zelfstandigen en werknemers die pensioen opbouwen in de tweede pijler wordt hierdoor geminimaliseerd. Er geldt wel een aantal restricties:

Het pensioen van mensen die gelijkmatig of dalend (absoluut of relatief) premies hebben ingelegd de vijf jaar voorafgaand aan het beroep op de bijstand, wordt volledig beschermd in geval van een beroep op de bijstand. Om oneigenlijk gebruik te voorkomen, geldt voor mensen die onregelmatig of stijgend premies hebben ingelegd in deze vijf jaar, dat het vermogen wel meetelt voor de vermogenstoets. Deze clausule voorkomt dat kort voor de aanvraag van bijstand nog extra middelen in een derdepijler pensioenproduct ondergebracht worden, met een forse stijging van de bijstandsuitgaven tot gevolg.
Ook zal er een maximum (jaarlijkse pensioenuitkering niet hoger dan 2 x AOW) komen aan het totaalbedrag aan pensioenvermogen dat niet wordt meegeteld.

Ten tweede wordt het mogelijk gemaakt om derde pijler pensioen op te nemen in geval van arbeidsongeschiktheid. Bij aanwending van derdepijlerpensioen voor dit doel hoeft geen revisierente meer te worden betaald.

Ten derde gaat het kabinet nadrukkelijk monitoren hoe pensioenfondsen omgaan met vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw voor ex- werknemers die na ontslag zzp-er zijn geworden. Wel wil het kabinet de beslissing over het wel of niet aanbieden van vrijwillige voortzetting bij de fondsen laten. Het gaat bij het monitoren zowel om het aanbieden ervan, als om het bieden van de mogelijkheid om voort te zetten tegen een lager loon dan het laatst verdiende loon. Voor veel ex-werknemers zijn de pensioenpremies gedurende de eerste drie jaar van de vrijwillige voortzetting namelijk te hoog in verhouding tot het inkomen dat men op dat moment als startende zelfstandige geniet. Wettelijk zijn er geen barrières voor fondsen hier een ander regime in te voeren. Ook zal bekeken worden of de tienjaarstermijn van vrijwillige voortzetting als knellend wordt ervaren en zo ja, wat de voor- en nadelen zijn om deze termijn te verlengen.

Tot slot, om het gebruik van vrijwillige voortzetting te vergemakkelijken, komt er een vaste wettelijke termijn van 9 maanden waarin ex-werknemers kunnen beslissen of zij hun pensioenopbouw bij het pensioenfonds vrijwillig willen voortzetten. Momenteel moeten ex-werknemers bij sommige pensioenuitvoerders al binnen 3 maanden hierover een besluit nemen. Straks is het niet langer mogelijk dat de pensioenuitvoerder een kortere termijn aanhoudt dan de wettelijke termijn.

GEEN REACTIES