(Findinet) Intermediair aansprakelijk: taxatieverzoek niet doorgezonden

Het ligt op de weg van een adviseur om verzekerde uitdrukkelijk te attenderen op het uitblijven van het taxatierapport of actie te ondernemen om het rapport te verkrijgen.

Een relatie vraagt aan SAA Drechtstad (nu SAA Rombouts & Drechtstad) een aangekocht pand te verzekeren voor een totaalbedrag 1,6 mln euro. Daarbij tekent de relatie aan: "Toch zouden wij het op prijs stellen als de maatschappij zelf ook een taxatie op de panden zou willen doen."

Ruim twee maanden later stuurt SAA Nederland het polisblad voor het pand aan de verzekerde, met daarop de vermelding dat het pand verzekerd is voor 1,6 mln euro.

Binnen drie maanden is er sprake van brandschade, die door een expert wordt opgenomen. Die constateert dat de verzekerde som 2.150.000 euro had moeten bedragen. Verzekeraar wikkelt de schade op basis van onderverzekering af en vergoedt 164.109,13 euro. Verzekerde spreekt Drechtstad aan voor de resterende schade ad 126.427,26 euro, vermeerderd met rente en kosten. Drechtstad heeft het verzoek om de verzekeraar te laten beoordelen of de verzekerde waarde juist is niet doorgeleid. Deze nalatigheid is kwalificeren als een toerekenbare tekortkoming in de contactuele relatie met verzekerde omdat Drechtstad niet de zorg betracht heeft die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht, waardoor de adviseur in strijd met het bepaalde in artikel 7:401 BW heeft gehandeld.

Drechtstad brengt daar tegenin dat verzekerde als handelaar in onroerende goederen bekend moest worden geacht met de waarde van het pand. Bovendien wist verzekerde dat er geen taxatie door verzekeraar had plaatsgevonden, Verder vindt Drechtstad dat verzekeraar zich niet op onderverzekering kan beroepen, omdat deze verzuimd heeft de waarde van het pand vast te stellen.


Een greep uit de inhoud van het vonnis

De rechtbank Dordrecht wijst op de jurisprudentie "waarin de zorgplicht voor assurantietussenpersonen nader is uitgewerkt in die zin dat een assurantietussenpersoon tegenover zijn opdrachtgever de zorg moet betrachten die van een redelijk bekwaam en een redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht.(?) De assurantietussenpersoon mag in ieder geval niet stil blijven zitten ingeval hij kennis neemt van feiten die meebrengen dat door hem beheerde polissen aanpassingen behoeven.

Vast staat dat er geen taxatie door verzekeraars heeft plaatsgevonden. Drechtstad wist dit of had dat kunnen weten, omdat de polis aan haar was toegestuurd, voordat die werd doorgezonden naar verzekerde. Toch heeft zij verzekerde niet tijdig gewezen op de gevolgen die dat voor de dekking kon hebben. De rechtbank: "Het had op haar weg gelegen om verzekerde uitdrukkelijk te attenderen op het uitblijven van het taxatierapport dan wel meer actie te ondernemen om het taxatierapport te verkrijgen. Nu zij het één, noch het ander heeft gedaan, heeft Drechtstad niet de zorg betracht die onder de gegeven omstandigheden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht."

Drechtstad is derhalve toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenis. Het argument dat verzekeraar niet op basis van onderverzekering had mogen afwikkelen, kan Drechtstad de verzekerde niet tegenwerpen, vindt de rechtbank. "Deze schade was niet ontstaan wanneer Drechtstad haar zorgplicht niet had geschonden.

De adviseur is dus aansprakelijk voor de verzekerde geleden schade. Drechtstad had in deze specifieke zaak in zoverre geluk, dat het ging om een verzekerde die een professionele handelaar is in onroerend goed. Daarom vindt het hof dat deze verzekerde eenvoudig had kunnen constateren dat er geen taxatie had plaatsgevonden. De schade is mede het gevolg van het niet-controleren van de polis door deze professionele verzekeraar. Daarom hoeft Drechtstad ‘slechts’ 50% van de door onderverzekering ontstane schade.

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES