Grote beloningsvrijheid bij hulp aan hypotheekklant met betalingsprobleem

Aanbieders zijn vrij een beloning overeen te komen met de intermediair voor het oplossen van hypotheekachterstanden zolang die past binnen de inducementnorm.

Het Wijzigingsbesluit Financiële markten 2015 heeft heel wat reacties losgemaakt in de hypothekenbranche. Dat geldt met name voor het creëren van een uitzondering op het provisieverbod. Op basis van die uitzondering zijn aanbieders in beginsel vrij om met de bemiddelaar of adviseur voor het bemiddelen en adviseren gericht op het oplossen en beperken van (voorzienbare) betalingsachterstanden een beloning overeen te komen, zolang maar geen sprake is van een beloning die afbreuk doet aan de kwaliteit van de dienstverlening en de verplichting van de bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de consument.

De reacties op de consultatie waren niet onverdeeld positief. Dat lag ook voor de hand, omdat het hier gaat om een inbreuk op één van de fundamenten waarop het provisieverbod is gebouwd, namelijk het volledig weghalen van de financiële geldstromen tussen aanbieder en bemiddelaar.

Als daar dan toch aan getornd moet worden, dan moet dat wel met alle denkbare zorgvuldigheidseisen, luidde de kernboodschap in de diverse consultatiereacties.

Adfiz kwam met de gedachte om de klant in geldnood het adviesbedrag te laten lenen bij de aanbieder van de hypothecaire lening, welk bedrag dan zou worden doorgesluisd naar de adviseur. Het hypotheekbedrag zou dan met de geleende geldsom verhoogd worden.

Het Verbond van Verzekeraars begrijpt dat de regering de financiële drempels voor de doelgroep zo laag mogelijk wil houden, maar wenst dan dat deze doelgroep zo duidelijk mogelijk wordt afgepaald. Liefst via definities waaruit blijkt wanneer precies sprake is van een dreigend betalingsprobleem.

Het VVD-Tweede Kamerlid Aukje de Vries heeft naar aanleiding van een krantenartikel de consultatiereacties nog eens op een rij gezet in schriftelijke vragen en daarover de mening van minister Dijsselbloem gevraagd.

Uit de beantwoording blijkt dat hij het idee van Adfiz verwerpt, omdat dit – zoals Findinet eerder al constateerde –overkreditering in de hand werkt bij een van de meest kwetsbare groepen. Ook ziet de minister geen kans om termen als voorzienbare betalingsachterstand aan een definitie te koppelen. In een definitie kan geen rekening gehouden worden met de specifieke omstandigheden van de consument.

“Van voorzienbare betalingsachterstanden bij hypothecair krediet is bijvoorbeeld sprake bij een structurele en relatief grote daling van inkomsten, die niet door de consument zelf kan worden opgevangen, waardoor binnen afzienbare termijn betalingsachterstanden zullen ontstaan.
Onder andere werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding, relatiebreuk en het overlijden van de partner kunnen leiden tot een grote daling van de inkomsten die niet door consumenten zelf kan worden opgevangen waardoor betalingsachterstanden voorzienbaar zijn.”

Open norm

De minister handhaaft het uitgangspunt dat hier sprake is van een open norm.

“Zo geldt de uitzondering enkel voor een beperkte groep gevallen, te weten voor consumenten met (voorzienbare) betalingsproblemen inzake hypothecair krediet. Voor andere financiële producten is geen uitzondering opgenomen. Bovendien wordt de inducementnorm van toepassing verklaard op de door de aanbieder betaalde provisie aan de adviseur of bemiddelaar, waardoor de betaalde provisie geen afbreuk mag doen aan de kwaliteit van de dienstverlening en de verplichting van de bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de consument. Zo mogen bemiddelaars en adviseurs geen beloning ontvangen waarvan een aansporende, motiverende of stimulerende werking uitgaat en daardoor de bemiddeling of het advies kunnen beïnvloeden. De door de aanbieder betaalde provisie aan een bemiddelaar of adviseur moet daarom in redelijke verhouding staan tot de aard en reikwijdte van zijn advies- en bemiddelingswerkzaamheden. Daarnaast mag de betaalde provisie door de aanbieder geen invloed hebben op de uitkomst van het gegeven advies.”

Wordt aan deze inducementnorm voldaan, dan zijn “aanbieders in beginsel vrij om een beloning overeen te komen met de bemiddelaar of adviseur voor het bemiddelen en adviseren gericht op het oplossen en beperken van (voorzienbare) betalingsachterstanden inzake een hypothecair krediet.”

GEEN REACTIES