Gemiddelde hypotheekrentes lagen niet eerder zo dicht bij elkaar

Gemiddelde hypotheekrentes lagen niet eerder zo dicht bij elkaar
© PublicDomainPictures, Pixabay

De hypotheekrentes van verschillende rentevaste periodes kruipen steeds dichter naar elkaar toe. Zo was het verschil tussen de gemiddelde 20- en 30-jaarsrente bij 100 procent marktwaarde (0,09 procentpunt) niet eerder zo klein, blijkt uit cijfers van De Hypotheker. Voor huizenkopers kan het hierdoor toch gunstiger zijn te kiezen voor een iets hogere rente, om langer verzekerd te zijn van stabiele maandlasten.

De gemiddelde hypotheekrentes van de verschillende rentevaste periodes liggen op dit moment – met name bij rentevaste periodes bij 100 procent marktwaarde – historisch dicht bij elkaar. Zo bedroeg het verschil tussen de gemiddelde 20- en 30-jaars rente zonder NHG per 1 januari 2021 nog 0,28 procentpunt, begin 2022 was dit 0,19 procentpunt en op 1 januari 2023 was dit nog slechts 0,10 procentpunt. Het verschil is nu nog kleiner geworden. Bij de rentevaste periodes met NHG is het verschil iets groter, maar door de jaren heen eveneens flink afgenomen.

Voorbode van recessie

Ook het verschil tussen de 10- en 30-jaarsrente is veel kleiner dan in voorgaande jaren. Het verschil tussen deze renteperiodes zonder NHG ligt nu op 0,40 procentpunt. Dit kan mede worden verklaard doordat er omgekeerde rentecurves zijn ontstaan, die vaak een voorbode van een recessie zijn gebleken. In zo’n geval is de rente op korter lopende leningen hoger dan de rente op langer lopende leningen.

Dit is al zichtbaar bij de gemiddelde 5-jaars rente, die nu hoger ligt dan de gemiddelde 10-jaars rente (+0,02 procentpunt). Dit komt enerzijds door de verhoging van de beleidsrente door de Europese Centrale Bank en anderzijds door de verwachting op de financiële markten dat hogere rentes op lange termijn niet houdbaar zijn vanwege de verslechtering van de economie.

Met 3 procentpunt gestegen

Voor alle rentes geldt dat ze sinds januari 2022 met ongeveer 3 procentpunt zijn gestegen. De gemiddelde 10-jaarsrente bij 100 procent marktwaarde staat op dit moment op 4,56 procent en is het sterkst gestegen (+3,05 procentpunt) ten opzichte van begin januari 2022. Ook bij de gemiddelde hypotheekrente met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) laat de rentevaste periode van 10 jaar de grootste stijging zien (+2,93 procentpunt).

Verwachtingen korte termijn

De verwachting voor de korte termijn is dat de ECB een verkrappend beleid blijft voeren om de inflatie onder controle te krijgen; ook als dit tot een verslechtering van de economie leidt. Voor de komende maanden zal de ontwikkeling van de inflatie daarom bepalend zijn voor de strategie van de centrale banken.

Nadat de langlopende hypotheekrente enige tijd een dalende trend liet zien, heeft de nieuwe renteverhoging van 0,5 procentpunt voor een nieuwe impuls gezorgd. Bovendien kondigde de centrale bank aan dat zij de rente in maart verder verhoogt om de inflatie in de eurozone onder controle te krijgen. Dit heeft volgens De Hypotheker tot gevolg dat de kortlopende hypotheekrentes nu weer evenredig meestijgen. Vooralsnog verwacht De Hypotheker – op basis van informatie waarover zij nu beschikt – op korte termijn ook een gelijkblijvend tot licht opwaarts niveau van de lange hypotheekrente.

Verwachtingen lange termijn

Op langere termijn zijn de ontwikkelingen lastiger te voorspellen. Experts die de Hypotheker bevroeg, zijn verdeeld. Menno Luiten, commercieel directeur van De Hypotheker: “De ontwikkelingen zijn onder meer afhankelijk van de kapitaalmarktrentes, die vooralsnog een grillig verloop laten zien. Daarnaast is de inflatie nu nog hoog, maar kunnen prijsstijgingen door de groeivertraging op den duur worden getemperd. Dit kan ertoe leiden dat de ECB er tegen het einde van het jaar voor kiest de rente weer te verlagen en dat de stijging van de hypotheekrente uiteindelijk weer zal afvlakken.”

Bron: De Hypotheker

GEEN REACTIES