Geen rol meer voor sociale partners in commissie parameters FTK

De commissie, nu bestaande uit sociale partners, DNB en CPB wordt gevormd door onafhankelijke en deskundige door de minister te benoemen leden.

Volgens de huidige wetgeving maken sociale partners onderdeel uit van deze commissie parameters , evenals De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau. Deze samenstelling heeft er in het verleden toe geleid dat het enige advies dat de commissie parameters heeft uitgebracht (in 2009 onder voorzitterschap van prof.dr. F.J.H. Don) een verdeeld advies was. In de Tweede Kamer is hierover toen veel discussie geweest. In het pensioenakkoord van juni 2011 is aangekondigd dat het kabinet de wijze waarop de parameters voor het financieel toetsingskader worden vastgesteld na overleg met sociale partners opnieuw zal vaststellen.

Dat overleg heeft plaatsgevonden, waarbij aandacht gevraagd is voor de verbreding van de functie van de parameters voor pensioenfondsen:

In het huidige kader vervullen de rendementsparameters alleen een rol in de vooruitberekeningen die pensioenfondsen moeten maken met betrekking tot het verwachte rendement op hun belegd vermogen, zoals bij het indienen van een herstelplan. De parameters voor de loon- en prijsontwikkeling zijn alleen van belang voor een beperkt aantal contracten met een onvoorwaardelijke indexatietoezegging. In het nieuwe FTK worden de parameters ook van belang bij het bepalen van bijvoorbeeld de indexatieafslag en risico-opslag die onderdeel uitmaken van de disconteringscurve die gaat gelden voor het nieuwe reële pensioencontract. Via het vaststellen van de omvang van de actuele verplichtingen worden de parameters daarmee ook van invloed op het bepalen van de actuele dekkingsgraad van pensioenfondsen.

Staatssecretaris Klijnsma in de toelichting in de vierde nota van wijziging van het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen: “Gezien de bredere functie van de parameters is het van belang dat de parameters op consistente wijze worden ingepast in het nieuwe FTK en zo realistisch mogelijk zijn. Om die vast te kunnen stellen is een advies vereist dat op basis van louter objectieve maatstaven tot stand is gekomen. Dit vereist een advies van onafhankelijke leden. Deskundigheid staat daarbij voorop. Aantoonbare kennis over financiële markten en inzicht in macro-economische ontwikkelingen is daarbij van groot belang. Ook moet worden geborgd dat het advies van de commissie parameters uitvoerbaar is voor de toezichthouder.”

GEEN REACTIES