Geen API of multi-OPF maar een Algemeen Pensioenfonds

Een fonds dat door “iedereen” opgericht kan worden met per geringfenced compartiment één of meer pensioenregelingen.

Opnieuw is er een wetsvoorstel voor de pensioensector ter consultatie aangeboden: het voorstel van Wet Algemeen Pensioenfonds. De internetconsultatie sluit op 24 februari.

Het algemeen pensioenfonds vervangt de eerdere voorstellen met betrekking tot de oprichting van een API en komt in de plaats van de multi-OPF. ‘Iedereen’ kan een algemeen pensioenfonds oprichten, maar – en dat is nieuw in fondsenland – moet daarvoor wel een vergunning aanvragen bij DNB.

Als derde type pensioenfonds (naast het ondernemings- en bedrijfstakpensioenfonds) wordt het algemeen pensioenfonds toegerust op een financieel gescheiden uitvoering van meerdere pensioenregelingen. De doelgroep hoeft niet beperkt te zijn tot een bepaald domein. Het kenmerkende is dat het fonds een of meerdere pensioenregelingen uitvoert en daarvoor gescheiden vermogens aanhoudt per collectiviteitenkring. In de verschillende pensioenregelingen wordt aangegeven welke werkgever(s), deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden rechten en verplichtingen kunnen ontlenen aan deze pensioenregeling en hoe de financiële risico’s over deze personen worden verdeeld.

De wet is sterk toegeschreven op kleinere of financieel zwakkere (ondernemings)pensioenfondsen die aansluiting zoeken bij een andere organisatie. Op dit moment betekent dit in de praktijk dat de fondsen de regeling overdragen aan een verzekeraar of onderbrengen bij een ander pensioenfonds. De overdracht aan een verzekeraar heeft nadelen, vindt de staatssecretaris: “Daarbij werkt belemmerend dat het karakter van de regeling sterk kan veranderen en de kosten van de regeling kunnen toenemen. Bovendien blijkt in de praktijk dat de keuze beperkt is tot enkele verzekeraars.”

“Het overbrengen van de uitvoering naar een PPI is voor de uitvoering van uitkerings- en kapitaalovereenkomsten evenmin een optie”, vervolgt Klijnsma. “Premiepensioeninstellingen zijn niet ingericht voor het dragen van verzekeringstechnische risico’s en moeten zich voor wat betreft de uitvoering van Nederlandse pensioenregelingen daarom beperken tot de opbouwfase.”

De multi-opf biedt evenmin soelaas. Onder meer is gebleken “dat het selecteren van bestuurders lastig is. Bovendien wordt door veel liquiderende pensioenfondsen het zelf moeten oprichten van een multi-opf als een grote drempel ervaren.”

Een verschil met de multi-opf is, dat bij een algemeen pensioenfonds de beperking niet geldt dat de deelnemende ondernemingen eerder een eigen opf moesten hebben gehad, dat vijf jaar heeft bestaan. Het algemene fonds staat dus ook open voor werkgevers die vrijstelling hebben van de verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds of tot nu toe een regeling hebben bij een verzekeraar

Een algemeen pensioenfonds kan opgericht worden door sociale partners, maar ook door een pensioenuitvoerder of een verzekeraar. Het fonds heeft één onafhankelijk (gemengd) bestuur waarbij geen vertegenwoordigers van de compartimenten aanschuiven. Het bestuur is bevoegd om beslissingen te nemen over alle compartimenten, ook de pensioencompartimenten. Ook over de individuele pensioenregelingen is het bestuur bevoegd beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld over de indexatie. Dat kan echter pas nadat het belanghebbendenorgaan daaraan haar goedkeuring heeft gegeven.

De samenstelling van dat belanghebbendenorgaan is afhankelijk van de regelingen die (samen met andere regelingen of alleen) in een compartiment een afgescheiden vermogen vormen. In dit orgaan zijn werkgever(s), deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd. Er bestaat keuzevrijheid met betrekking tot de samenstelling van de vertegenwoordiging.

Kortom: er is voor iedereen plaats, behalve voor de werkgevers en werknemers die verplicht zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds. Deze verplichtstelling blijft gehandhaafd.

GEEN REACTIES