DNB roept op tot uitholling kerntaak levensverzekeraars

Levensverzekeraars moeten korter lopende rendementsgaranties afgeven of die zelfs voorwaardelijk maken.

De lage rente maakt het moeilijk voldoende rendementen te halen om deze garanties waar te maken, waarschuwt DNB.

In het halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit waarschuwt DNB de levensverzekeraars (opnieuw) voorzichtig te zijn met het garanderen van rendementen. Ditmaal gaat de toezichthouder wel behoorlijk ver in haar raadgevingen door te raken aan de kerntaak van een verzekeraar, namelijk het bieden van zekerheid. In feite pleit DNB ervoor de uitkomst van een levensverzekering net zo onzeker te maken als die van een pensioenregeling: “Ook door het aanbieden van korter lopende of voorwaardelijke garanties worden risico’s voor verzekeraars echter al verkleind.”

DNB: “De langlopende verplichtingen van levensverzekeraars bestaan grotendeels uit polissen met rendementsgaranties. Bij een lage rente zijn deze polissen kostbaar voor verzekeraars. De levensverzekeringssector staat reeds onder druk door de krimpende markt voor individuele polissen en gedaald vertrouwen door de affaire omtrent beleggingsverzekeringen. De verdere druk die ontstaat door de lage rente hangt samen met de praktijk om polishouders rendementsgaranties aan te bieden, vooral bij lijfrenteverzekeringen en collectieve pensioenproducten. Deze producten maken zestig procent uit van de totale portefeuille van levensverzekeraars.

De afgelopen jaren maakt de lage rentevoet het moeilijker om voldoende beleggingswinst te realiseren ten behoeve van deze rendementsgaranties. Zo ligt de risicovrije rente sinds 2009 lager dan de gemiddeld afgegeven garanties in de portefeuille van verzekeraars. Ook in internationaal perspectief hebben Nederlandse verzekeraars hoge rendementsgaranties afgegeven. Bovendien vullen zij deze vaak aan met voorwaardelijke winstdelingsconstructies, waardoor polishouders extra profiteren bij hogere behaalde rendementen. Ook in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is dit gebruikelijk, maar daar liggen de gegarandeerde rendementen aan polishouders met nul tot één procent aanmerkelijk lager.

Rendementsgaranties op nieuwe contracten kunnen de kapitaalbuffers van verzekeraars uithollen. Voor verzekeraars is het vanuit concurrentie-overwegingen verleidelijk om een zo hoog mogelijke rendementsgarantie te bieden, ook bij een laag renteniveau. Dit kan in een krimpende markt bijdragen aan het behoud van voldoende premie-inkomsten ter dekking van de vastekostenbasis.

Met name op collectieve pensioencontracten geven verzekeraars momenteel nog altijd relatief hoge rendementsgaranties af. Bij deze strategie bestaat het risico dat de kapitaalbuffers van de instelling worden uitgehold en de kwetsbaarheid voor een verdere rentedaling sterk toeneemt.

Additionele risico’s ontstaan wanneer verzekeraars meer beleggingsrisico nemen om de onder druk staande winstmarges te vergroten.”

De DNB-remedie

“Het verminderen van rendementsgaranties op nieuwe contracten verkleint risico’s voor levensverzekeraars. Met name in een lagerente-omgeving verkleint dit de negatieve effecten op kapitaalbuffers. De meest vergaande vorm om dit risico te verminderen is het niet langer aanbieden van rendementsgaranties op nieuwe polissen en collectieve contracten. Ook door het aanbieden van korter lopende of voorwaardelijke garanties worden risico’s voor verzekeraars echter al verkleind.

Dergelijke garanties bieden verzekeraars meer mogelijkheden om de garanties te laten mee-ademen met de resultaten van de verzekeraar.”

GEEN REACTIES