Differentiatie gezinssamenstelling komt niet uit de lucht vallen

DNB en AFM hebben in september 2009 een rapport gepubliceerd waarin zij de factoren in kaart brengen die bij het verstrekken van hypotheken een risico vormen. Dit rapport vormde de basis voor het nieuwe toetskader dat de AFM onlangs naar buiten bracht. Daarin werd al aangegeven dat het GHF-toetsingskader onvoldoende rekening houdt met de huishoudsamenstelling. DNB en AFM berekenden "waar een eenpersoonshuishouden met een inkomen van ? 46.000 een daling in inkomen van zo’n 35% kan opvangen, is dit voor een vergelijkbaar huishouden bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen slechts 10%."

Vrijwel de hele kredietverstrekkings- en -bemiddelingsbranche verzette zich hevig tegen de voorgestelde regels die discriminerend werken ten opzichte van gezinnen met kinderen. De rust op dat punt is weergekeerd, nu minister De Jager onder de druk van de Kamer dit onderdeel van het AFM-toetskader niet in de AMvB zal overnemen. Opmerkelijk blijft wel, dat de Kamerleden er geen blijk van gaven dat zij de inhoud van dit rapport grondig bestudeerd hadden. Terwijl dat rapport een aantal uitspraken bevat die niet alleen in het toetskader vertaald zijn, maar zeker de richting aangeven waarop het toezicht zich de komende tijd in belangrijke mate gaat richten.Download hier het rapport

Kredietverstrekkers en adviseurs worden door DNB en AFM verweten teveel gebruik te maken van de ‘explainmogelijkheid’. Ofwel: er worden te makkelijk en te vaak leningen boven de norm verstrekt. De motiveringen die hiervoor gegeven worden, rechtvaardigen volgens de toezichthouders in de meeste gevallen niet de kwalificatie ‘bijzonder’. Vaak beroepen hyotheekverstrekkers zich slechts op verwachte toekomstige bovengemiddelde inkomensstijgingen. "Een eventuele realisatie van dergelijke stijgingen zal echter enige tijd op zich laten wachten, terwijl betalingsproblemen zich doorgaans juist voordoen tijdens het begin van de looptijd."

DNB en AFM bepleitten in dit rapport ook al om niet alleen het inkomen/vermogen van de leningaaanvrager inde toets te betrekken, maar ook de waarde van de woning, de LTV-ratio. Deze ligt, constateerden DNB en AFM in Nederland op uitzonderlijk hoog niveau in vergelijking met het buitenland.

GEEN REACTIES