De Commissie over AFM

Citaten uit het rapport:

De Commissie heeft uit de stukken en de gesprekken die zij heeft gevoerd kunnen opmaken dat de AFM, toen zij in 2002 het toezicht over DSB op grond van de Wet op het consumentenkrediet (Wck) kreeg opgedragen, al snel een goed beeld had van de mogelijke problemen. Mede daardoor kreeg DSB veel aandacht van de AFM. Het was voor de AFM echter niet eenvoudig haar beeld van DSB feitelijk zo te onderbouwen dat dit grond opleverde voor het nemen van toezichtsmaatregelen. De Commissie heeft bij haar onderzoek ook zelf ervaren dat er over DSB veel verhalen de ronde doen, maar dat die lang niet altijd juist blijken te zijn of hard gemaakt kunnen worden. Onder deze omstandigheden acht de Commissie het begrijpelijk dat de AFM pas echt handhavend heeft kunnen optreden tegen de meest wezenlijke problemen bij DSB, nadat haar bevoegdheden met de invoering van de Wet financiële dienstverlening (Wfd) sterk waren uitgebreid. De AFM heeft in de tussentijd het publiek voor de koopsomverzekeringen gewaarschuwd en stevig transparantietoezicht gehouden.

Adequaat maar te traag

Na de invoering van de Wfd heeft de AFM, gegeven haar mogelijkheden en haar andere taken rond de invoering van de nieuwe wetgeving, in het algemeen adequaat op DSB toegezien.
Zij had een goed beeld van de problemen bij DSB en trad daartegen in het algemeen ook op. De Commissie meent wel dat dit optreden in veel gevallen slagvaardiger had kunnen zijn en soms aanzienlijk sneller had kunnen verlopen. Ten aanzien van de belangrijke problemen rond overkreditering en koopsompolissen, had de AFM beter eerder tot (gedeeltelijke) correctie kunnen komen om pas daarna een marktbreed onderzoek te doen (bij koopsompolissen) of tot een gedetailleerde uitwerking van de normen over te gaan (bij overkreditering). Ook bij de beleggingsverzekeringen had de AFM op sneller handelen bij DSB moeten aandringen.

Samenwerking tussen toezichthouders

De samenwerking tussen DNB en de AFM heeft, na een wat moeizaam begin, aan de daaraan te stellen eisen voldaan. Wel is het de Commissie opgevallen dat de toezichthouders niet elkaars grootste bewonderaars zijn, hetgeen voor een deel te verklaren is uit het verschil in taken en traditie. Een nadeel daarvan kan zijn dat zij moeilijker een gezamenlijke visie ontwikkelen; zo percipiëren zij hun beider rollen bij de ondergang van DSB verschillend.

GEEN REACTIES