Daarom stelt AFM doorsneepremie ter discussie

De AFM ziet het als haar taak te wijzen op relevante feiten en mogelijke alternatieven, meldt zij desgevraagd aan Findinet.

Harman Korte is inhoudelijk ingegaan op technische pensioenonderwerpen als solidariteit en doorsneepremie. Wij vroegen de AFM wat daarvoor de achterliggende gedachte was.

De AFM: “AFM-bestuurder Harman Korte heeft in zijn speech tijdens Eye on Pensions vooral, aan de hand van een evident voorbeeld, proberen duidelijk te maken dat er herverdelingseffecten zijn, waarvan kan worden aangenomen dat daar geen breed draagvlak voor is. Het ging er vooral om een voorbeeld te schetsen, hij is daarom in zijn speech inderdaad niet volledig geweest in de behandeling van de herverdelingseffecten van de doorsneepremie.

De AFM ziet het als haar taak vanuit haar missie te wijzen op relevante feiten en mogelijke alternatieven.”

Misverstand

“Het is een misverstand”, vervolgt de AFM, “dat hij ervoor gepleit zou hebben dat jongeren minder zouden moeten betalen voor hun pensioenopbouw; hij heeft gezegd dat jongeren voor de premie die ze nu inleggen, te weinig pensioenopbouw krijgen. Daarnaast is het ook een misverstand te veronderstellen dat als je de opbouw zou veranderen (leeftijdsafhankelijke opbouw zou toepassen), dat dat negatieve gevolgen zou hebben voor de mensen die nu pensioenuitkeringen ontvangen. Dat is niet zo. Er zijn alleen effecten voor mensen die nog bezig zijn pensioen op te bouwen. Leeftijdsafhankelijk opbouw heeft ook geen effect voor de pensioenaanspraken die al opgebouwd zijn, maar alleen voor het deel dat na invoering van leeftijdsafhankelijke opbouw, nog opgebouwd gaat worden. Uiteraard zou een dergelijke aanpassing geleidelijk moeten gebeuren.”

Tot zo ver het antwoord van AFM op onze vraag.

Agenda 2013

Eerlijk gezegd is in de ‘Missie en kernwaarden’ niet makkelijk een illustratie te vinden van dit antwoord. De recent gepubliceerde Agenda 2013 biedt wat meer aanknopingspunten. Daarin wordt als een van de doelstellingen is het transparanter en meer passend maken van de pensioenen. De AFM beschouwt dit als onderdeel van haar taak waar het betreft het toezicht op een zorgvuldige financiële dienstverlening.

Twee veelzeggende citaten uit de Agenda:

Pensioendeelnemers, in het bijzonder voor 40-minners en andere risicogroepen, hebben inzicht in hun pensioensituatie. Dit uit zich in: eenvoudige en uitlegbare nieuwe pensioencontracten en betere communicatiemethoden in de nieuwe Pensioenwet (in lijn met de eerder door de AFM geformuleerde wensen).

Het pensioenstelsel wordt in toenemende mate efficiënt, uitlegbaar, en evenwichtig. De visie van de AFM (die in 2011-2012 is gepubliceerd) wordt verder uitgewerkt en ondersteund door relevante andere partijen. De rol van de AFM hierbij is om deze discussie aan te zwengelen, te participeren en actief te beïnvloeden.

Van arbeidsvoorwaarde naar financieel product?

De visie van de AFM is een interessante, omdat hierdoor ‘het pensioen’ in feite behandeld wordt als een complex financieel product. De meeste architecten van pensioenregelingen kwalificeren hun geesteskinderen liever als een arbeidsvoorwaarde. Werkgevers en werknemers vallen niet onder de reikwijdte van de AFM, net zo min als de arbeidsvoorwaarden. Financiële producten, de ontwikkelaars en uitvoerders daarvan wel.

Het is op zichzelf – als we de historie even laten voor wat die is – niet geheel onverdedigbaar een pensioenvoorziening te benaderen als een complex en impactvol financieel product. Dat leidt tot een geheel nieuwe visie op de pensioenmarkt, waarin regelingen onderworpen gaan worden aan productontwikkelingsproces-regels en transparantieregels een nieuwe invulling krijgen. Dat wordt nog een boeiende discussie!

GEEN REACTIES