CPB: Pensioenpremie ondanks beleidsmaatregelen niet omlaag in 2014

Meerdere fondsen zullen wachten met premieverlaging en prioriteit geven aan herstel van dekkingsgraad en inhalen van eerdere kortingen.

Dat is de verwachting het Centraal Planbureau in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2014 (pag. 32 e.v.)

Dit jaar zijn de pensioenuitkeringen met gemiddeld 0,9% gekort. Bij ongewijzigde omstandigheden ligt voor 2014 waarschijnlijk een nieuwe korting in het verschiet van gemiddeld circa 0,5%. De pensioenpremie zal volgend jaar naar verwachting op een vergelijkbaar niveau liggen als dit jaar. Er zijn in 2014 wel enkele ontwikkelingen die aanleiding zouden kunnen zijn om de premie te verlagen. De belangrijkste daarvan betreffen de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar en de verlaging van de maximale jaarlijkse pensioenopbouw van 2,25% naar 2,15% (middelloon). Daarnaast lopen aan het einde van dit jaar de herstelplannen af en zijn alle fondsen dus formeel uit een dekkingstekortsituatie. Dat betekent dat eventuele herstelopslagen op de premie kunnen vrijvallen.

De verwachting is echter dat meerdere fondsen hiermee zullen wachten, met het oog op verder herstel van de dekkingsgraad, of het ongedaan maken van eerdere kortingen.

Verder is het momenteel nog niet duidelijk wat de premie-effecten zijn van de voorziene herziening van het Financieel Toetsingskader (FTK) die in 2015 ingaat. In het herziene FTK zitten enkele premieverzwarende maatregelen, zo zal de methodiek voor het vaststellen van de hoogte van de premie worden aangepast en wordt het vereist eigen vermogen verhoogd.

Tegelijkertijd wordt in dat jaar de pensioenopbouw verder verlaagd naar maximaal 1,75% (voor middelloon), een maatregel uit het Regeerakkoord. In de raming is verondersteld dat pensioenfondsen terughoudend zullen zijn met het doorvoeren van premieaanpassingen zolang onduidelijk is hoe het nieuwe pensioencontract en het FTK er precies uitzien en wat daarvan de kosten zijn. Het is echter denkbaar dat de premie in sommige sectoren wel wordt verlaagd, vanwege de hogere pensioenrichtleeftijd of versnelde afbouw van overgangsregelingen voor VPL.

Koopkracht gepensioneerden daalt

In 2014 daalt de mediane koopkracht met ½% en daalt daarmee voor het vijfde jaar op rij.

De koopkracht van werkenden blijft in 2014 gelijk. De koopkracht van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden daalt, schrijft CPB op pag. 14. De koopkrachtdaling van de gepensioneerden wordt deels veroorzaakt doordat aanvullende pensioenen nauwelijks worden geïndexeerd en in sommige gevallen worden gekort. De reële lonen dalen ook in 2014; de contractloonstijging (+1½%) blijft achter bij de inflatie (+2%). Deze daling wordt gecompenseerd door een stijging van de arbeidskorting en een verhoging van de algemene heffingskorting, waardoor de mediane koopkracht van werknemers in 2014 onveranderd blijft. Deze compensatie geldt echter niet voor de niet-meer-werkende gepensioneerde.

GEEN REACTIES