CPB: benut grote risicocapaciteit van jongere deelnemers optimaal

Leeftijdsdifferentiatie resulteert in een betere afruil tussen risico en rendement en leidt tot een hogere verwachte pensioenuitkering voor jongeren.

Dit is een van de uitkomsten uit ‘Risicoverdeling bij

hervorming van het aanvullend pensioen’, een notitie van het Centraal Plan Bureau. Het CPB analyseert een aantal algemene aspecten die van belang zijn bij een hervorming van het aanvullend pensioen. Het doel is om kwantitatief inzicht te geven in de centrale bouwstenen van een nieuw pensioencontract. De vijf belangrijkste inzichten zijn als volgt.

1. Het toekennen van nominale garanties heeft een prijs in de vorm van gemiddeld lagere pensioenen. Het nakomen van nominale garanties vereist dat het beleggingsrisico in bepaalde situaties wordt beperkt, zodat er minder kan worden geprofiteerd van de risicopremie op aandelen.

Ook dwingen nominale toezeggingen dat pensioenfondsen nominale renterisico’s afdekken, waardoor pensioenuitkomsten gevoeliger worden voor inflatierisico in vergelijking met een reëel pensioencontract waarin het pensioenresultaat als percentage van het loon centraal staat.

2. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor de reële ambities van pensioenfondsen bij het opstellen van beleid, toezicht en communicatie. Dit geldt ook in het erg onwaarschijnlijke geval dat er geen nieuw pensioencontract komt. Het belang van de voorwaardelijke reële pensioentoezegging is in het laatste decennium sterk toegenomen door de lage dekkingsgraad en de overstap van eindloon- op middelloonregelingen.

3. Het is belangrijk dat de grote risicocapaciteit van jongere deelnemers optimaal wordt benut. Jongere deelnemers kunnen financiële risico’s beter opvangen dan oudere deelnemers. Het is economisch efficiënt wanneer de pensioenaanspraken van jongeren een risicovoller profiel hebben dan de aanspraken van ouderen. Deze vorm van leeftijdsdifferentiatie resulteert in een betere afruil tussen risico en rendement, en leidt bovendien tot een stabielere pensioenuitkering voor gepensioneerden en een hogere verwachte pensioenuitkering voor jongeren. Wanneer directe leeftijdsdifferentiatie in risico’s niet mogelijk is, dan kan leeftijdsdifferentiatie op impliciete wijze

plaatsvinden door gebruik te maken van lange hersteltermijnen. Deze notitie laat zien dat het premieinstrument een belangrijke rol speelt bij het bewerkstelligen van impliciete leeftijdsdifferentiatie via herstelbeleid.

4. Deze notitie brengt de voor- en nadelen van herstelbeleid in kaart. Herstelbeleid heeft het nadeel dat het resulteert in overschotten en tekorten die de continuïteit van pensioenfondsen in gevaar brengen en de arbeidsmarkt verstoren. Herstelbeleid leidt in zijn huidige vorm tot onduidelijkheid over de wijze waarop huidige tekorten of overschotten in de toekomst zullen worden verdeeld over de deelnemers.
Deze nadelen van herstelbeleid worden vermeden bij de overgang naar een pensioenstelsel waarin overschotten of tekorten direct worden verrekend met deelnemers. Naast deze nadelen heeft herstelbeleid ook voordelen.Herstelbeleid maakt het mogelijk dat huidige mee- en tegenvallers kunnen worden gedeeld met toekomstige deelnemers. Dit leidt tot een betere spreiding van risico’s tussen generaties. Deze notitie laat zien dat het premie-instrument een belangrijke rol speelt bij het bewerkstelligen van risicodeling met toekomstige generaties.

5. Het is aantrekkelijk om de pensioenuitkeringen van gepensioneerden geleidelijk aan te passen als gevolg van een economische schok. Voor gepensioneerden is het aantrekkelijk om aan een bepaald niveau van consumptie wennen en daar maar heel geleidelijk van af te wijken. Deze benadering wordt tot op zekere hoogte reeds toegepast in het huidige pensioencontract en het is aantrekkelijk wanneer deze eigenschap van het pensioencontract blijft behouden.

Als de drie belangrijkste problemen die spelen rondom het huidige pensioencontract, ziet het CPB:

Gebrekkige stuurkracht

Bij de huidige lage dekkingsgraden hebben pensioenfondsen grote moeite met het nakomen van de nominale toezeggingen aan deelnemers.

Spagaat tussen nominale garanties en reële ambities

Het is onduidelijk of het huidige pensioencontract zekerheid moet bieden in de vorm van nominale rechten, of dat nominale zekerheid ondergeschikt is aan de reële ambitie.

Eigendomsrechten niet helder gedefinieerd

De onduidelijkheid over de wijze waarop huidige tekorten of overschotten in de toekomst zullen worden verdeeld over de deelnemers.

GEEN REACTIES