(Findinet) Jan Aikens: CAR of geen CAR; was het maar zo eenvoudig

Nu Adfiz geen heil ziet in een verbreding van de beloningsdiscussie of aan uitbreiding van de lopende initiatieven kan de Haagse besluitvormingskaravaan ongehinderd verder trekken.

Dat althans is mijn inschatting en als die klopt, lijkt dat niet in het belang van het intermediair.

Om te beginnen een pikant detail: de Tweede Kamer zal de beloningsregels evalueren aan de hand van een rapport van SEO. Het was datzelfde instituut dat toen nog in eendrachtige opdracht van Verbond, NBVA en NVA het rapport Inzicht in belonen in 2008 publiceerde. Voor zover ik weet introduceerde SEO op dat moment het CAR-begrip in Nederland. De mogelijkheid lijkt niet uitgesloten dat SEO in het evaluatierapport hierop voortborduurt.

Maar los daarvan zie ik een ander gevaar in het niet breder willen trekken van de discussie. Er is de laatste jaren sprake van een opeenstapeling van ad hoc regelgeving en niets is schadelijker voor een bedrijfstak dan dat. Voor veel adviseurs hangt bijvoorbeeld de onredelijke combinatie van de passende provisieregels met de balansregel als een molensteen om de nek. Via het Adviesmatch-compromis had de wetgever de balansregel binnengehaald en stapelde daar later de inducementregels bovenop. Binnenkort wordt de discussie over het provisiestelsel hervat.

Er zijn dan twee mogelijkheden: er komt een volledig provisieverbod, of provisie voor eenvoudige schadeproducten blijft mogelijk.

Gebeurt dat laatste, dan gaat bij veel marktpartijen de vlag uit. Maar ik voorspel dat die weer snel zal worden binnengehaald. Het gevolg zal zijn dat de perverse prikkel-verwijten weer heel snel de kop zullen opsteken. De druk van het toezicht zal toenemen, omdat de AFM met argusogen zal volgen of multibranche verzekeraars sommige adviseurs alleen extra verwennen omdat zij zo’n mooie particuliere schadeproductie binnen brengen.  En wat zal de buitenwereld denken over de inflatie van het aantal volmachten dat ook aan kleinere kantoren volop wordt verstrekt? De toezichthouder zal de focus extra richten op intermediairs die een belangrijk deel van hun leven- en schadeproductie bij één maatschappij onderbrengen. Dat kan gevolgen hebben voor het level playing field binnen de intermediaire bedrijfskolom zelf. Doemt hier het spookbeeld op dat de inducementregels ook toegepast worden op eenvoudige schadeproducten? Wie zal het zeggen. In elk geval zullen, zolang er ergens nog sprake is van een vorm van provisie, de huidige regels blijven bestaan met het gevaar van uitbreiding van de reikwijdte. Is het een gekke gedachte dat de adviesregels straks gaan gelden voor een inboedelverzekering? Jazeker, maar er zijn al meer gekke dingen op dat gebied gebeurd. Ik wil hiermee zeggen dat een strijd voor provisiebehoud zonder het aanreiken van nadere zelfregulering hooguit leidt tot een pyrusoverwinning.

Stel dat er een provisieverbod wordt uitgevaardigd, dan worden uiteraard de regels die daarop betrekking hebben geschrapt. Maar wie garandeert dat er oog zal zijn voor de andere regelgeving die in die nieuwe situatie de bedrijfsvoering van het intermediair gaat belemmeren? Ik durf daar niet blind op te vertrouwen. Schrijnend voorbeeld is de ‘MultiSafe-zaak’, waarin DNB besliste dat de intermediair die op abonnementenbasis schadeservice biedt een verzekeraarsvergunning nodig heeft.

Kortom: naar welke kant de euro ook valt geldt dat reactief handelen wanneer de Kamer het beloningsonderwerp agendeert, kan leiden tot Bgfo’s 3 tot en met 10. Het breder trekken van de discussie binnen de branche en met stakeholders kan zorgen voor een opschoning van de regels en een terugkeer naar Bgfo-basis, dus ook tot een verlichting van het toezicht. En dat is precies waar de marktpartijen op zitten te wachten.

GEEN REACTIES