Arno Dolders over gespreide betaling advies

Pleidooi voor een tijdelijk branche instituut voor het financieren van gespreide betaling.

Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General Nederland heeft in een column in VVP begin dit jaar de suggestie gedaan om als bedrijfstak na te denken een gezamenlijk financieringsinstituut op te richten om de overgang van provisie naar directe beloning begeleid te laten verlopen.

Dolders: "Naar aanleiding van deze suggestie heeft Bureau D&O aan het intermediair gevraagd mee te denken wat de pro’s en contra’s van een dergelijk collectief instituut zouden kunnen zijn. Inmiddels zijn deze argumenten ontvangen en verwerkt in een notitie.

Het is evident dat een groot deel van de consumenten de kosten van financieel advies gespreid willen betalen, terwijl de adviseurs bedrijfseconomisch deze kosten kort na de verleende dienstverlening volledig gefinancierd willen hebben. Het zal een overgangsperiode van meerdere jaren kosten voordat het intermediair geheel op eigen kracht deze andere financieringsmethodiek zelf kan financieren. In die tussentijd zal het intermediair gedwongen worden gebruik te maken van andere oplossingen om de liquiditeitspositie te beschermen. Full factoring is hierbij een van de mogelijkheden."

Grote risico’s

"Aan commerciële factoring kleven grote risico’s voor het imago van onze branche", vervolgt Dolders. "Daarnaast werkt het kostenverhogend. Een tijdelijk branche instituut die de incasso van de tussen consument en financiële dienstverlener afgesproken beloning incasseert en op commerciële condities tot overbruggoingsfinanciering kan overgaan, biedt naar mijn oordeel nog een aantal extra voordelen:

  • Indien directe beloning onder artikel 149a Bgfo wordt gebracht betekent dit belangrijke verzwaring van de toezichtstaak van de AFM. Een collectieve incasso-organisatie zou in dit opzicht mede de gestelde normen kunnen bewaken.
  • De leningen en openstaande rekeningen courant omvatten in totaliteit een zeer aanzienlijk bedrag. Op dit moment staan daar veelal zekerheden tegenover in de vorm van provisie-genererende portefeuilles. Bij een schoksgewijze invoering van een verbod op provisie zullen deze zekerheden verdwijnen. Aanbieders moeten dan hun vorderingen zien te innen vanuit de inkomsten bij financiële dienstverleners waarover zij geen zicht en betrokkenheid meer hebben. Ook hier kan een collectief financieringsinstuut belangrijke diensten bewijzen om in de komende jaren tot een begeleide afwikkeling te komen van de openstaande schuldpositie die het intermediair heeft bij de gezamenlijke aanbieders."

Dolders is zeer verheugd dat Adfiz positief tegenover de suggestie staat om te komen tot een dergelijk instituut. "Wij spreken de wens uit dat met een dergelijk instituut de overgang van provisie naar directe beloning soepel zal verlopen, maar ook en vooral, dat dit zal bijdragen aan het herstel van vertrouwen van de consument in de financiële sector."

GEEN REACTIES