Neutraal financieringsinstituut – pro’s en contra’s

Bureau D&O vroeg haar relaties te reageren op het initiatief van Arno Dolders om te komen tot de oprichting van een neutraal financieringsinstituut voor intermediairs.

Bij een provisieverbod moeten klanten de adviseur direct betalen, maar vaak hebben zij onvoldoende middelen om de kosten ineens te voldoen. Aanbieders mogen deze kosten niet voorfinancieren. Algemeen directeur Arno Dolders heeft gesuggereerd daarvoor een neutraal financieringsinstituut (NFI) in het leven te roepen (zie ook: Arno Dolders over gespreide betaling advies).

Bureau D&O nodigde haar relaties uit de argumenten pro en contra kenbaar te maken. Ook konden respondenten alternatieven voor het NFI aandragen. Alle ruim 150 reacties zijn verwerkt en daar waar nodig gegroepeerd, zodat een aantal kernargumenten vóór of tegen overbleven.

De beschreven argumenten zijn dus zoals de deelnemers die hebben ingediend. De verantwoording voor de bewoordingen daarvan ligt bij Bureau D&O.

Argumenten pro:

1. Via het NFI kunnen klanten van financieel adviseurs de kosten van advies gespreid betalen. Waarbij per klant en per transactie afspraken kunnen worden gemaakt over de termijn waarover de kosten van advies worden betaald.

2. Door de incasso te laten lopen via het NFI kunnen aanbieders geen ongewenste invloed krijgen op het adviestraject. Ook het aanbieden van incassofaciliteiten op zichzelf, dus zelfs zonder arrangementen voor voorfinanciering, kan door aanbieders worden gebruikt om ongewenste invloed op het adviesproces te krijgen.

3. Via NFI kan de adviseur op het moment dat hij kosten maakt deze vergoed krijgen, terwijl de klant toch de kosten gespreid kan betalen.

4. De behoefte aan voorfinanciering is een tijdelijke behoefte. Na 5 tot 10 jaar zijn de doorlopende inkomsten van het intermediair zodanig dat voorfinanciering niet meer nodig is. Door als sector zelf een tijdelijk instituut op te richten kan ook geborgd worden dat dit een tijdelijke voorziening is. Wordt dit traject overgelaten aan uitsluitend commerciële partijen, dan zullen deze partijen geen belang hebben om het intermediair op dit punt verder te laten professionaliseren. Het gevaar bestaat dan dat een deel van de adviseurs weer terugvalt op hoge afsluitvergoedingen.

5. Door volume te ontwikkelen zullen de kosten laag gehouden kunnen worden. Door NFI als een non-profit instituut op te zetten wordt ook de consument hierbij gebaat.

6. De sector heeft belang bij herstel van haar imago bij de consument. Indien er een woud aan incassobureaus komt, bestaat het gevaar dat klanten soms op agressieve wijze worden benaderd in het kader van de incassowerkzaamheden. Het is in het belang van zowel aanbieders als van bemiddelaars om te zorgen dat de incasso van de kosten van financieel dienstverleners op fatsoenlijke wijze gebeurd. Dat kan het best geschieden vanuit een gemeenschappelijk instituut die ook oog heeft voor de goede naam van de bedrijfstak. Extra voordeel is dat er ook een uniform incassobeleid gaat ontstaan, waarbij consumenten in dezelfde situaties ook gelijk behandeld worden.

7. Op dit moment vindt directe beloning vooral plaats in het kader van hypothecair krediet. Indien de acceptatienormen echter, zoals te verwachten is, verder verscherpt worden dan zal het voor de klant steeds moeilijker worden om naast de woning ook de kosten van financieel advies mee te financieren. Een NFI kan dus ook een oplossing zijn voor de markt van hypothecair krediet.

8. Klanten kunnen gebruik maken van meerdere adviseurs. Indien de klant bij elke adviseur te maken krijgt met afzonderlijke incassokosten en incassotrajecten, dan zal dit de animo om gebruik te maken van meerdere adviseurs verminderen. Ook zal het switchen van bemiddelaar minder makkelijk geschieden. Een adviseur zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat, indien de klant overgaat naar een andere adviseur, het restant bedrag van de kosten van in het verleden gegeven adviezen in een keer moeten worden gefinancierd. Maar ook is het voor de klant niet aantrekkelijk om bij gebruik van bijvoorbeeld drie adviseurs te maken te krijgen met drie afzonderlijke incassotrajecten. Het bestaan van een NFI kan bijdragen aan het feit dat de klant ook materieel vrij blijft in de keuze van adviseur.

9. Door NFI op te richten als een non-profit organisatie wordt voor een groot deel de concurrentievervalsing met directe aanbieders opgeheven. De verwachting is namelijk niet dat er uiteindelijk een formule zal worden gevonden waarbij directe aanbieders hun advieskosten op eerlijke wijze nominaal transparant kunnen maken.
10. Door een faciliteit als NFI blijft onafhankelijk en professioneel advies ook toegankelijk voor de consumenten met lagere inkomens. De politiek hecht hier zeer aan.

11. NFI kan bijdragen dat de kosten van financieel advies voor de klant transparant blijft. Nu komen er allerlei verschillende abonnementsvormen die niet bijdragen aan de transparantie bij de consument van de kosten van de totale financiële dienstverlening.

12. NFI kan bijdragen aan een versnelling van de omschakeling van traditioneel verzekeren naar fiscaal gefaciliteerde spaarproducten.

13. Een NFI zou een rol kunnen spelen in het tegengaan van excessieve directe beloningen, hetgeen uiteindelijk weer in het belang van de consument en van het imago van de totale sector is.

14. NFI zou een rol kunnen spelen in het beoordelen van de kredietwaardigheid van klanten. Dit voorkomt dat dit soort controles door het intermediair op wellicht niet toegestane wijze gaan plaatsvinden.

15. Door te kiezen voor één landelijk systeem wordt ook de toezichtstaak van de AFM verlicht.

Argumenten contra:

1. Het gevaar bestaat dat NFI gaat beschikken over veel gegevens per adviseur (klanten, verzekerde bedragen, kosten van financiële dienstverlening). Er moeten goede waarborgen komen die misbruik uitsluiten.

2. Indien een intermediair failliet gaat is het de vraag of klanten nog bereid zullen zijn de eerder overeengekomen betalingsregeling na te komen. NFI krijgt daardoor te maken met een aanzienlijk debiteurenrisico.

3. Oprichten van NFI zal leiden tot extra kosten voor klanten.

4. Gevaar bestaat dat de overheid/ de AFM via NFI regulerend kan optreden met betrekking tot directe beloning door financieel dienstverleners.

5. Een faciliteit die het voor intermediairs makkelijk maakt een voorfinanciering te verkrijgen zal er toe leiden dat er weer intermediairs komen die primair geïnteresseerd zijn in het afsluitmoment en niet in de nazorg.

6. Indien intermediair volledig onafhankelijk zou willen zijn, dan zouden de funders van een dergelijk instituut, andere dan banken en verzekeraars moeten zijn.

7. NFI als monopolist kan leiden tot onvoldoende druk om de kosten zo laag mogelijk te houden.

8. De vraag hoe binnen een dergelijke organisatie zal worden omgegaan met het terugboekingsrisico.

9. Financiering door aanbieders zal door politiek en media opnieuw negatief worden uitgelegd.

10. Oprichting NFI wekt indruk dat beroepsgroep niet liquide zou zijn. Dit versterkt het huidige negatieve imago.

Alternatieven:

1. Biedt klant keuze tussen transparante provisie of directe betaling.

2. Het is goed wanneer kantoren die onvoldoende draagkrachtig zijn om zelf de voorfinanciering op te vangen, uit de bedrijfstak zouden verdwijnen.

3. Alternatief is het werken met abonnementen.

4. Provisie handhaven, maar door wetgever voorgeschreven bedragen.

5. Bij hypothecair krediet zou verrekening via de notaris mogelijk moeten blijven.

6. Adfiz zou voor haar leden collectieve contracten moeten afsluiten bij gereputeerde incasso/factoringmaatschappijen, waardoor er ook concurrentie gaat ontstaan.

GEEN REACTIES