Arno Dolders: internet is hulpmiddel, geen advieschannel

рDe behoefte aan persoonlijk advies was nooit zo groot. De doemscenario’s over de toekomst van het intermediair zijn onzinredenaties.с Een interview.

Algemeen directeur Arno Dolders van Legal & General vindt het onbegrijpelijk dat de media de profeten klakkeloos citeren die min of meer het einde aankondigen van de intermediaire bedrijfstak. “Recentelijk was dat weer het geval met de heer Peter Verhaar die de simpele stelling innam dat omdat kleine effectenkantoren uit het straatbeeld zijn verdwenen, dit ook zal gebeuren met assurantiekantoren.”

Gaarkeukens

Dolders vervolgt: “Dit soort stellingen zijn ongeveer van het volgende niveau: Het is super inefficiënt dat elk gezin iedere avond veel tijd besteedt aan de maaltijdbereiding. Het bedenken wat gegeten moet worden, boodschappen doen, koken en bakken door elk gezin apart; dat is belastend voor de consument en kost onnodig veel geld. Daarom is het te voorspellen dat er op korte termijn per wijk gaarkeukens komen waarin voor alle bewoners in die wijk in één keer gekookt wordt. Een onzinredenatie? Natuurlijk, maar dat geldt in dezelfde mate voor de doemverhalen met betrekking tot de toekomst van de onafhankelijke adviseurs.”

Blijft de vraag waarom die zo hardnekkig bij herhaling in de media verschijnen. Dolders heeft daar wel een verklaring voor: “De fout die ten principale politiek, toezichthouders en consultants vaak maken, is dat ze uitgaan van de consument die financieel deskundig is. Die zelf alle risico’s kent, zelf het initiatief neemt die in kaart te brengen en in staat is daarvoor de juiste oplossingen te zoeken. Tenslotte moet die consument dan ook nog de zelfdiscipline opbrengen om een eenmaal gekozen route helemaal af te lopen.”

Dolders: De werkelijkheid is heel anders. “De meeste consumenten hebben geen idee welke belangrijke risico’s zij lopen, dus mag je ook niet verwachten dat zij die spontaan zullen afdekken. Anders dan beleggingen zijn financiële producten in veel gevallen geen haal- maar brengproducten.”

Maatschappelijke functie

“De onzekere en financieel ondeskundige consument – en dat zijn de meeste Nederlanders blijkt uit elk onderzoek opnieuw – wordt gebombardeerd met aanbiedingen om ad hoc producten te kopen. Maar waar hij behoefte aan heeft is iemand die zijn totale situatie kent. Iemand die integer is, onafhankelijk en de aanbiedingen van alle producenten kan vergelijken. Iemand die zelf het initiatief neemt om de consument te waarschuwen voor ontwikkelingen binnen zijn gezin en daar buiten. Zo iemand bestaat en die noemen we tussenpersoon.” Er klinkt verontwaardiging in zijn stem als Arno Dolders zegt: “De politiek moet zich schamen dat zij de afgelopen jaren zo weinig aandacht heeft gehad voor de maatschappelijke waarde die het kleinschalige intermediair voor de consumenten heeft. De vele maatregelen in onze sector hebben die beroepsgroep getroffen. Ook aanbieders moeten kritisch naar zichzelf kijken. Je kan fantastische punnten op muren zetten en CAR-notities maken. Maar wanneer je echt de belangen van de klant centraal stelt dan steun je ook de maatregelen die een fijnmazig netwerk van adviseurs het werken mogelijk maakt.”

Dolders doelt hierbij ongetwijfeld ook op zijn suggestie om de vermogenspositie van het intermediair op peil te houden via het Nederlands Financierings Instituut Financiële Dienstverlening. Dat instituut zou dan de gespreide betaling van advieskosten financieren.

Tegen de visie van Dolders valt weinig in te brengen. Alleen valt op dat hij voorbij lijkt te gaan aan de niet onbelangrijke rol van internet. “Dat fenomeen zie ik zeker niet over het hoofd, maar tegelijkertijd constateer ik dat de behoefte aan persoonlijk advies nog nooit zo groot is geweest als nu en die zal in de komende jaren alleen maar stijgen. Natuurlijk zullen nieuwe digitale toepassingen voor een deel in die behoefte kunnen voorzien, maar zelfs de mooiste internettools kunnen de consumenten er niet toe aanzetten om met verstand van zaken hun financiële positie nu en in de toekomst in kaart te brengen. Welke Nederlander staat immers zaterdagochtend op met de gedachte om zich vandaag eens fijn in zijn langlevenrisico te gaan verdiepen?”

Aan de andere kant moet ook de adviseur profiteren van de technische vooruitgang: “Er zou geen adviestijd en –geld meer besteed moeten worden aan het inventariseren van de schoenendoos van de klant, dat soms twee dagen in beslag neemt. Uit onderzoek blijkt dat 40% zich geen advies kan veroorloven en 40% zegt daaraan geen behoefte te hebben. Je zal zien hoe snel die percentages veranderen als het advies goedkoper wordt. De klant blijft behoefte houden aan face to face advies. Daarbij is internet een hulpmiddel en geen channel.”

GEEN REACTIES