AON: dekkingsgraden pensioenfondsen stabiliseren

dekkingsgraden pensioenfondsen stabiliseren

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen ligt in mei vrij stabiel rond een waarde van 109%. De rente bleef in mei nagenoeg stabiel en ook in de beleggingsportefeuille veranderde er weinig. Begin dit jaar lag de dekkingsgraad nog rond de 100%. Na een snelle stijging in de eerste maanden van het jaar, blijft de gemiddelde dekkingsgraad deze maand ongeveer gelijk. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, adviseur op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad dagelijks bijhoudt.

Beleidsdekkingsgraad stijgt naar 100%
Om te controleren of pensioenfondsen voldoende buffers hebben, gebruiken zij de beleidsdekkingsgraad. Dit is de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden. Deze indicatieve beleidsdekkingsgraad is gestegen naar 100%. Dit is hoger dan het wettelijk vereiste minimum, dat tijdelijk aangepast is naar 90%. Omdat 100% een gemiddelde betreft, zullen er ook fondsen zijn met een lagere beleidsdekkingsgraad. Met de stijgingen van de eerste vier maanden van het jaar lijken de meeste fondsen uit de gevarenzone te zijn.

Vernieuwde UFR
De gemiddelde dekkingsgraad is de dekkingsgraad zoals bepaald met toepassing van de DNB RTS (DNB Rentetermijnstructuur). In deze rentetermijnstructuur wordt een Ultimate Forward Rate (UFR) toegepast. Dit houdt in dat er een schatting wordt gemaakt van de rente op lange termijn. Momenteel is die UFR hoger dan de rentes op kortere termijn, waardoor de dekkingsgraden hoger uitvallen dan zonder toepassing van de UFR. DNB voert echter vanaf 1 januari 2021 stapsgewijs nieuwe UFR-parameters in, wat naar verwachting een verlagend effect op de dekkingsgraden zal hebben.

Rente nagenoeg gelijk gebleven – wel daling UFR
De rente daalde beperkt in mei. Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 4 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR) daalde echter door de gefaseerde overgang naar de nieuwe systematiek. De resulterende rente waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, daalde daardoor iets sterker. Hierdoor nam de waarde van de verplichtingen toe met ongeveer 0,8%.

Bezittingen nemen iets toe in waarde
De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de bezittingen en de verplichtingen. Tegenover de licht toegenomen verplichtingen staat in mei ook een licht toegenomen waarde van de bezittingen. Nu het einde van de coronacrisis in zicht lijkt te komen door de vaccinatieprogramma’s, is er ook een beter vooruitzicht op het herstel van de economie. Snel stijgende consumentenprijzen in de Verenigde Staten gooiden echter roet in het eten. Uiteindelijk stegen de aandelen van ontwikkelde en opkomende markten met ongeveer 1%. Langlopende staatsobligaties en renteswaps profiteerden van de lichte rentedaling en stegen licht in waarde. Daarmee behaalde de totale portefeuille een licht positief rendement.

GEEN REACTIES