AFM-topman twijfelt openlijk aan duurzaamheid pensioenstelsel

рIn toenemende mate zien jongeren met argwaan dat ze meebetalen aan een eindig stelsel dat steeds verder onder water staat.с

Ronald Gerritse stelde tijdens het PBM-symposium de communicatie rond pensioenen centraal. Hij herhaalde dat er meer inzicht geboden moet worden in de risico’s en onzekerheden. Opvallender waren de woorden die hij besteedde aan het pensioenstelsel zelf.

In de eerste plaats twijfelt hij of er na het crisisakkoord van de Tweede Kamer nog wel een pensioenakkoord bestaat. “ Ik kan mij zo voorstellen dat van de oude zekerheden rond het pensioen weinig over is. Ik kan mij zo voorstellen dat ook van de oude argeloosheid weinig over is. Om het maar ronduit te zeggen: de vraag is of mensen er nog een touw aan kunnen vastknopen en de vraag is of mensen zich voldoende kunnen realiseren wat hen aan vooruitzichten te wachten staat. Als ze het al willen, want niets is gemakkelijker als het het pensioen betreft, dan het maar ‘ver van mijn bed’ te houden. Velen staan erbij en kijken er naar.”

Gerritse verdedigde de stelling dat ‘een gebrek aan transparantie onze pensioen ondergraaft’. Maar in feite zei hij méér over het pensioenstelsel zelf:

“Laten we er geen doekjes om winden: er sluimert in pensioenland al enige jaren een venijnig generatieconflict. In toenemende mate zien jongeren met argwaan dat ze meebetalen aan een eindig stelsel dat steeds verder onder water staat: zij staan in hun ogen wel op de schouders van reuzen, ‘on the shoulders of giants’, maar dan van ‘sinking giants’. Zinkende reuzen, reuzen die in sommige gevallen het water aan de lippen hebben staan. Waarvan – hier en daar niet ten onrechte – wordt betwijfeld of de regelingen die ze voeren wel betaalbaar blijven. Of waarvan, als ze betaalbaar blijven, onvoldoende duidelijk is welke risico’s er zijn dat verwachtingen niet zullen kunnen worden waargemaakt.”

Het gaat dus niet om de communicatie alleen. Als de AFM vindt dat in die communicatie alle mogelijke stormballen gehesen moeten worden, dan geeft de toezichthouder aan dat er in haar visie het nodige mis is in de basis van het stelsel.

Keuzevrijheid

“Zelf denk ik dat het collectieve stelsel heel veel voordelen heeft ten opzichte van een ‘ieder-voor-zich"-benadering. Enige verplichting bij pensioen: ja. Enige solidariteit: ja. Maar ook enige keuzevrijheid? Ik begrijp de mensen – vooral de jongeren – die daarom vragen heel goed. En ik zou de vraag maar onder ogen zien. Zou je dus niet kunnen kijken naar een andere verhouding tussen een verplichte 2e pijler-pensioen en een vrij te kiezen 3e pijler-pensioen? Bijvoorbeeld door een maximumsalaris aan te houden voor het 2e pijler-pensioen? En andersom, door partijen die nu niet gebruik kunnen maken van een 2e pijler-pensioen, zoals zzp-ers, daar ook toegang toe te verlenen? Valt er niet iets te zeggen voor enige mate van keuze van de pensioenuitvoerder? Waarom kunnen we in Nederland wel een systeem van verplichte ziektekostenverzekering met keuzevrijheid van de zorgverzekeraar opzetten, en waarom zou dat met de opbouw van ons pensioenvermogen niet kunnen? Ik zou het eerlijk gezegd niet weten.”

Vereenvoudiging

“Het huidige stelsel van pensioenuitvoering wordt gekenmerkt door zeer veel pensioenuitvoerders die vaak vele, soms echter nauwelijks van elkaar ver-schillende pensioenregelingen, uitvoeren. Om nog maar niet te spreken van de vele van toepassing zijnde overgangs- en uitzonderingsregelingen. De bijbehorende complexiteit maakt de uitvoering van pensioenregelingen moeilijk te communiceren, kostbaar en onnodig foutgevoelig. Ik weet dat de sector met enige angst en het nodige beven de Kunduz-variant van een maandelijkse stijging van de pensioenleeftijd tegemoet ziet. Als alles toch nog eens goed bekeken moet worden, laat eenvoud dan ook nog eens criterium zijn.”

GEEN REACTIES