AFM pleit voor DSI-register voor financiële adviseurs

Adviesmedewerkers moeten deelnemen aan een register met een koppeling met een gedragscode inclusief eed en systeem van tucht.

Tijdens een themamiddag van het Nederlands Compliance Insituut pleitte Michiel Denkers, hoofd Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen van de AFM, voor een kwaliteitsinstelling voor financiële adviseurs, vergelijkbaar met de DSI.

“In de effectensector is met de oprichting van DSI al in 1999 een instituut in het leven geroepen dat deze functie heeft en waardoor adviseurs zich herkenbaar kunnen onderscheiden. Dit initiatief is genomen vanuit de sector zelf, en het wordt breed gedragen. De aansluitingsgraad is meer dan negentig procent. Het kwaliteitsysteem omvat een register met uitgebreide integriteit- en deskundigheidseisen gekoppeld aan een systeem van tucht. Wij zien in de praktijk dat dit werkt.

Voor de rest van de markt bestaat een dergelijk kwaliteitssysteem nog niet. Eerdere pogingen vanuit de sector zelf om dit marktbreed van de grond te krijgen zijn gestrand. De introductie van de beroepseed en een diplomaplicht creëert nieuw momentum om dit idee op te pakken.

Deze gedachte uitwerken in gedetailleerde regels heeft niet de voorkeur. Het moet juist vanuit de markt zelf komen. Ervaring leert dat dit niet vanzelf gaat. Een tussenweg in de vorm van een wettelijke verplichting tot registratie kan hier uitkomst bieden. Dit kan op dezelfde worden vormgegeven als de wettelijk verplichte aansluiting bij een klachteninstituut.”

Concreet wil Denkers een wettelijke bepaling die de financiële dienstverlener verplicht “om van de relevante medewerkers te vereisen dat zij deelnemen aan een register dat voldoet aan bepaalde eisen die de wetgever daaraan stelt. Een koppeling met een gedragscode – inclusief eed en systeem van tucht -, en een verbinding het klachteninstituut zouden onderdeel uit moeten maken van dit systeem om het goed te laten werken.

Marktbreed insitituut met sanctiemogelijkheden

Denkers: “Een marktbreed instituut dat op deze leest geschoeid kan op verschillende manieren bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van de sector en het versterken van vertrouwen:

– In de eerste plaats is het een manier om het zelfreinigend vermogen van de sector zelf te vergroten. Professionals kunnen elkaar aanspreken op hun gedrag. Als aan de registratie een tuchtprocedure wordt gekoppeld die schendingen van de integriteitsnormen beoordeelt, is het ook mogelijk om bijvoorbeeld adviseurs die door hun handelen het aanzien van de sector schaden persoonlijk aan te spreken. Dit kan leiden tot een aantekening of verwijdering uit het register. De procedure kan worden aangebracht door bijvoorbeeld een consument, het Kifid, werkgever of door een brancheorganisatie. Dit adresseert tegelijkertijd een

veelgehoorde frustratie van marktpartijen zelf, die soms met lede ogen aanzien hoe bepaalde ´veelplegers´ schijnbaar ongestoord kunnen doorgaan met kwalijke praktijken.

– Ten tweede kan het helpen om meer vaktrots te cultiveren en het zelfbewustzijn van individuele adviseurs vergroten. In die context merkte Bob Veldhuis, voormalig vice-voorzitter van Adfiz tijdens eerder genoemde ceremonie op: “de politiek vindt ons vak zo belangrijk dat er een eed voor in het leven is geroepen”. Op dezelfde manier kunnen adviseurs en andere finance professionals trots ontlenen aan een kwaliteitssysteem. Het geeft het vak een hoger aanzien.

– Tot slot maakt registratie van individuele adviseurs het inzichtelijk voor de consument met wie zij te maken hebben. Zeker als Wft diploma´s (en eventueel bovenwettelijke certificaten) ook worden opgenomen in het register. Op die manier zijn de kwaliteiten van medewerkers waar klanten contact mee hebben kenbaar. Dat draagt wezenlijk bij aan het herstel van vertrouwen."

GEEN REACTIES