AFM biedt handvatten voor nieuwe bedieningsconcepten van intermediair

De AFM staat open voor nieuwe initiatieven van adviseurs/bemiddelaars die streven naar betaalbare en passende financiële dienstverlening.

Het provisieverbod voor een grote verandering, voor de consument en de financieel dienstverlener. Een adviseur/bemiddelaar moet vanaf 2013 de kosten van het advies zelf bij de consument in rekening brengen. Het gevolg is dat de consument dit direct voelt in zijn portemonnee en kostenoverwegingen een belangrijkere rol kunnen gaan spelen bij de keuze voor een bepaald bedieningsconcept.

Nieuwe bedieningsbehoeftes bij de klant vragen om nieuwe bedieningsconcepten om beter in deze gewijzigde behoeftes te kunnen voorzien. Dit roept vragen op van financieel dienstverleners als: ‘Op welke manier ga ik mijn klant in de toekomst bedienen?’ En: ‘Wat wordt mijn verdienmodel?’

De AFM staat open voor nieuwe initiatieven, maar ziet er wel op toe dat in nieuwe bedieningsconcepten het belang van de klant centraal staat. De toezichthouder biedt daarvoor handvatten.

Automatisering en vergemakkelijking van advies

De AFML “Op de korte termijn is het denkbaar dat het advies bijvoorbeeld niet alleen gedeeltelijk wordt geautomatiseerd, maar ook wordt vergemakkelijkt. Consumenten in een vergelijkbare levensfase met dezelfde financiële behoeftes zouden op basis van de inventarisatie van hun volledige klantbeeld geplaatst kunnen worden in één specifiek profiel. Voor deze groep consumenten met dit specifieke profiel zou één hypotheekadvies kunnen gelden. Natuurlijk moet dit advies ook voldoen aan de eisen ten aanzien van passendheid, zoals dat in de wet staat beschreven.

De AFM kan zich, met het oog op de vereiste passendheid, voorstellen dat hiervan sneller sprake kan zijn indien de profielen gedifferentieerd en specifiek zijn. In dit verband kan men stellen dat hoe algemener de profielen zijn hoe minder snel men kan komen tot een categorisering van consumenten. Vooral voor adviessituaties waarbij de kosten van advies niet meer opwegen tegen de toegevoegde waarde die van het advies uit kan gaan, zou gedacht kunnen worden aan het (gedeeltelijk) automatiseren van het proces.

Ook is het denkbaar dat het klantbeeld intelligent wordt geïnventariseerd en digitaal en centraal wordt opgeslagen. Met behulp van softwareprogramma’s kan de consument zelf scenario’s draaien en zichzelf ondersteunen in de financiële beslissingen die hij moet nemen. Vervolgens kan hij een adviseur toegang geven om te sparren over de keuzes die hij heeft gemaakt.

De consument kan ook zelf direct bij een aanbieder een product kiezen en afsluiten. Of hij kan zelf via de website van een bemiddelaar een product samenstellen en door de bemiddelaar laten afsluiten. In beide gevallen spreken we van execution only bediening. Bij bepaalde type klanten kan worden afgevraagd of deze manier van bedienen geschikt is om sommige producten af te sluiten. De AFM verwacht van de financieel dienstverleners en aanbieders dat zij hier zorgvuldig mee omgaan en dat zij aansluiten bij de plannen van de minster om een kennis- en ervaringstoets te hanteren.”

KNVB

Vervolgens geeft de AFM weer aan welke voorwaarden nieuwe bedieningsconcepten moeten voldoen. Zij onderscheidt vier criteria om te beoordelen in welke mate een bedieningsconcept het belang van de klant centraal stelt: kostenefficiëntie, nut, veiligheid en begrijpelijkheid.

Om te toetsen of een bedieningsconcept voldoet aan deze eisen, heeft de AFM voor elk criterium een kernvraag geformuleerd.

GEEN REACTIES