(Findinet) Jan Aikens: ╚Kopieer╚ vrijstellingsregeling Wft voor intermediair

Volgens de letter van de wet is een adviseur die op basis van een abonnement de klant helpt bij het verhalen van een schade een verzekeraar. Hij heeft dan een vergunning nodig om het bedrijf van rechtsbijstandverzekeraar uit te oefenen.

Een actuaris, fiscalist, accountant, of belastingadviseur die een klant een financieel product adviseert moet volgens de letter van de wet voldoen aan de regels van de Wft. In de praktijk echter is dat lang niet altijd het geval. De wetgever heeft namelijk voor deze beroepsbeoefenaren een uitzondering gemaakt in de Vrijstellingsregeling Wft. Zij genieten een uitzonderingspositie, zodat zij "in het verlengde van hun hoofdberoepswerkzaamheid een klant ook incidenteel kunnen voorzien van een advies over een financieel product". Eigenlijk moet het volledige wettelijk Wft-kader op hen van toepassing zijn. Maar dat vindt de wetgever "disproportioneel". Daarom zijn zij volledig vrijgesteld van de wet, als zij voldoen aan twee voorwaarden: allereerst mogen zij geen aparte beloning (lees: provisie) ontvangen voor deze dienstverlening en de vrijstelling is alleen van toepassing indien de dienstverlener slechts incidenteel adviseert.  "De advieswerkzaamheden moeten een marginaal onderdeel uitmaken van de totale werkzaamheden." Waarbij de wetgever aantekent: "Hoeveel financiële adviezen een dienstverlener nog wel kan verlenen zonder dat de wet van toepassing wordt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval."

Het moet niet ingewikkeld zijn deze vrijstellingsregeling zodanig te kopiëren, dat een intermediair in het verlengde van zijn hoofdberoepswerkzaamheden als het geval zich voordoet de klant kan bijstaan bij een schade. Temeer niet, omdat de deskundigheidsvraag hier niet in het geding is: deze dienstverlening maakt altijd al onderdeel uit van het servicepakket van de financiële dienstverlener. De enige verandering betreft nu de wijze van beloning (in de vorm van een serviceabonnement in plaats van provisie). Nu de vergunningeisen inzake het bemiddelen en adviseren kennelijk al als disproportioneel bestempeld worden als deze werkzaamheden in het verlengde van een hoofdberoep worden uitgevoerd, dan geldt datzelfde in veel sterker mate voor de vergunningeisen inzake het uitoefenen het bedrijf van verzekeraar.

GEEN REACTIES