Actuariële korting naar 66 11/12 jaar voor 2 jaar van de baan

Staatssecretaris Wiebes keurt voor een periode van 2 jaar goed dat bij pensioenregelingen die ingaan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 67 jaar wordt actuariële herrekening achterwege mag blijven.

Vera Hek, adviseur bij Aegon Adfis, constateerde dat de overheid de weg kwijt is toen het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) de tabel met opbouwpercentages uitbreidde met een pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling van 66 11/12 jaar. Hek gaf in haar artikel volmondig toe dat de overheid formeel gelijk heeft, maar dat deze ‘centenkwestie’ niet opweegt tegen de extra kosten die pensioenuitvoerders moeten maken.

Deze kwestie trok de aandacht van VVD-Tweede Kamwrlid Helmal Lodders die hierover scrhriftelijke vragen stelde aan de staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes.

Hij legt uit dat de wet op dit punt niet veranderd is. Wel is nieuw dat het CAP in 2015 ook de maximumpercentages gepubliceerd die gelden ingeval het pensioen niet een geheel jaar eerder ingaat dan bij het bereiken van de wettelijke pensioenrichtleeftijd, maar een maand. Maar: “ook zonder deze publicatie van de Belastingdienst zou een dergelijke herrekening moeten worden gemaakt voor die situatie, nu deze herrekening voortvloeit uit de wet.”

Het achterwege laten van de berekening van de actuariële korting naar 66 11/12 jaar (0,012% per jaar) zou een verruiming van de fiscale ruimte betekenen, aldus Wiebes.

Tijdelijk besluit

Maar voor de uitwerking kiest niet voor de formele, maar voor de pragmatische weg:
“Het achterwege laten van actuariële herrekening betekent een verruiming van de fiscale ruimte. Om redenen van eenvoud en doelmatigheid acht ik dit echter tijdelijk aanvaardbaar bij pensioenregelingen die ingaan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 67 jaar wordt. Voor die gevallen zal ik daarom voor een periode van twee jaar goedkeuren dat actuariële herrekening achterwege mag blijven. Deze goedkeuring is slechts van tijdelijke aard om partijen de gelegenheid te geven de pensioenregeling en de systemen en administratie van pensioenuitvoerders aan te passen. Na deze periode zal de wettelijke voorwaarde van actuariële herrekening bij vervroegde ingang van het pensioen weer volledig gelden.”

Met dank voor deze praktische insteek ook aan de dames Hek en Lodders.

GEEN REACTIES